‘Op weg naar huis rookte ik mijn eerste sigaret’


Dylano, Janus en Ricardo vertellen het verhaal van Harrie van Dommelen
Koudenhovenseweg

Dylano, Janus en Ricardo van basisschool ’t Karregat in Eindhoven hebben zin in het interview met Harrie van Dommelen. De kaartenapp stuurt ze wel de verkeerde kant uit maar gelukkig zijn ze maar 5 minuten te laat. Meneer Van Dommelen doet de deur open en ontvangt de jongens hartelijk. Hij is er helemaal klaar voor. Op tafel liggen chocoladewafels en paaseitjes. Meneer Van Dommelen was ruim 4 jaar toen de oorlog uitbrak en woonde op de Koudenhovenseweg. Hij kende meerdere Janussen in die tijd, dat geeft meteen een band met de jongens, vooral Janus.

Heeft u iets erg meegemaakt in de oorlog?
‘Wij woonden buitenaf op de Koudenhovenseweg tussen de Javalaan en Sumatralaan in. Voor ons huis was een vrij groot veld en we keken uit op de stad Eindhoven. Op 6 december, Sinterklaasdag, was het mooi weer. Ineens kwamen er vliegtuigen over en zagen we ontploffingen. Mijn vader zei toen: ‘Ach onze Janus en Marinus…’ Hij had twee broers, de oudste was Janus en de jongere Marinus. Mijn ooms gingen elke zondag naar de Catharinakerk en daarna een borreltje drinken bij café de Bonte Os vlak bij de Philipslichttoren en zo ook die dag. Ze wilden net weggaan toen er een bom viel. Janus zat onder de toog en is verbrand. Marinus stond in de deuropening en heeft bescherming geboden aan een jongetje dat tussen zijn benen stond. Ik ben later met mijn vader door de binnenstad gelopen het zag er allemaal verschrikkelijk uit. Marinus is een paar jaar later overleden aan zijn verwondingen, hij heeft ons alles kunnen vertellen.’

Was u angstig in de oorlog?
‘Ik weet nog dat ik in de kamer stond en mijn ouders zeiden dat de oorlog begonnen was. Militaire voertuigen reden op dat moment de straat in. We hadden er in het begin weinig last van, ik kon gewoon spelen en over straat lopen en zelfs door een Duits kamp wandelen. We waren wel bang als er een vliegtuig overvloog. De vliegende bommen werden vanuit Duitsland gestuurd naar London, maar soms haalden ze het niet en vielen dan in de stad. Dan zochten wij dekking in de gang, de kelder of bij de buurman. De buren hadden een gat in de grond met plaggen erover. Scherven konden je dan niet raken maar we waren niet beschermd voor een bom. In de directe omgeving is gelukkig weinig gebeurd, wel eens een bommetje in het veld tegenover ons.’

Haalde u wel eens streken uit?
Op het einde toen we bevrijd waren zijn er twee militairen bij ons ingekwartierd. We noemden ze ‘Tommies’, maar het bleken later Canadezen te zijn. We konden ze niet verstaan en mijn ouders ook niet. Toen ze aan deur vroegen voor ‘sleeping’ , stuurde mijn moeder ze naar de buren want die hadden een ‘slijpsteen’. Haha.

Op een dag ging ik struinen met wat oudere vriendjes. We kwamen de twee Canadezen tegen die bij ons sliepen. Ik werd als kleinste naar voren geschoven om ‘sigarets for papa’ en ‘chocolate for mama’ te ritselen. Ik deed dat en het lukte omdat ze me kenden! Tijdens het wandelen naar huis rookte ik mijn eerste sigaret, ik was nog geen 9… Voordat ik thuis was hadden de buurjongens de sigaretten al van me afgepakt. Mijn vader rookte toch niet, was hun argument. Twee pakken chocola heb ik wel aan mijn moeder kunnen geven, ze was er erg blij mee. ‘s Avonds kwamen de soldaten bij ons thuis, en ook onze buurjongen en buurmeisje want die spraken wat Engels. Op gegeven moment werd aan mijn vader gevraagd of de sigaretten gesmaakt hadden, toen kwam de aap uit de mouw. Mijn ouders werden boos, ik werd de trap opgeschopt, ik had gelogen, haha.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892