‘’Op een dag is mijn vader opgepakt en moest mee naar het SS-hoofdkwartier’’


Grace (12), Ravza (12), Ajoub (11) en Cherafddine (11) vertellen het verhaal van John Geelof, 4 jaar toen de oorlog begon
Plejadenplein 9

John Geelof stond Grace, Ravza, Ajoub en Cherafdine al op te wachten op het balkon. Het was duidelijk dat hij vroeger leraar was geweest want hij kon heel mooi vertellen en legde alles zorgvuldig uit. John Geelof had zelfs een Powerpoint-presentatie gemaakt en die kregen de kinderen na afloop uitgeprint mee naar huis.

 

Zag u Duitsers op straat?
“Ik woonde in Tuindorp-Oostzaan, in die tijd echt een dorpje in Noord, en dat is wel eens helemaal omsingeld door de Duitsers. Ze waren op zoek naar jonge mannen die in Duitsland konden werken. De Duitsers waren heel precies en hielden zich keurig aan de regeltjes. Van tevoren hadden ze bedacht dat er 150 mannen moesten worden opgepakt in Tuindorp. Dus als je nummer 151 was, had je geluk, een beetje raar wel. Mijn vader was onderwijzer in West, en kwam die dag net terug van zijn werk. Toen hij al die Duitsers op straat zag, begon zijn hart sneller te kloppen. Hij was bang dat hij mee moest. Maar ze riepen hem alleen toe dat ie aan de kant moest omdat ze er door wilden want ze hadden die dag al genoeg mannen opgehaald. Voor hem dus een opluchting, maar de mannen die naar Duitsland moesten, hadden pech.”

Kende u iemand die door de Duitsers is opgepakt?
“Mijn vader is tijdens de oorlog gearresteerd. Hij werkte voor het verzet, schreef bijvoorbeeld voor de illegale pers en hielp ook bij wapentransporten. In ons huis had hij allerlei verstopplekken gemaakt waar hij geheime spullen in kon stoppen. Onderin de boekenkast zat bijvoorbeeld een lade waar hij iets kon wegbergen zodat er bij een inval van de Duitsers niets zou worden gevonden. Op een dag is hij opgepakt en moest hij mee naar het hoofdkwartier van de SS. Dat was heel spannend want de meeste mensen brachten zo’n bezoek er niet levend vanaf.”

Wat is er met hem gebeurd?
“De hele dag is hij verhoord over het verzet maar hij heeft zijn mond gehouden. De dag erna werd hij opnieuw verhoord door een Duitse officier. Plotseling ontstond er paniek in de kamer en riep die officier tegen mijn vader: ’Draus, draus’. Mijn vader werd op de gang gezet, zag dat hij naar buiten kon lopen, en heeft dat – heel rustig en zonder omkijken – gedaan. Later bleek dat die ochtend het bevolkingsregister, een gebouw bij Artis waar de gegevens van alle Amsterdammers werd bewaard, in brand was gestoken. Een groot deel van de kaarten met al die informatie is daarbij verbrand, dus ook de kaarten waarop stond wie Joods was. Daarom waren de Duitsers zo in paniek. Ze wisten nu niet meer wie Joods was. Mijn vader heeft een tijdlang ondergedoken in het oosten van het land. Daarna kon hij weer naar huis. Het verzet had er namelijk voor gezorgd dat op zijn kaart met gegevens stond dat hij was overleden in de oorlog.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892