‘Op de sporen op Oosterburg stonden treinen, volgeladen met kolen en meel’


Aarohi, Eline en Vesper vertellen het verhaal van Ruurd Kooiman
OosterburgDe Rivierenbuurt

Tijdens de bevrijding werden er repen chocolade uit vliegtuigen geworpen. Daarom heeft Ruurd Kooiman voor Aarohi, Eline en Vesper van basisschool De Pinksterbloem in Amsterdam-Oost als cadeautje ook repen meegenomen, voor ieder één. ‘Deze zijn wel een stuk groter tegenwoordig’, vertelt hij. De kinderen zijn er blij mee en daarna beginnen ze met hun interview.

Wat deed u in het dagelijks leven tijdens de oorlog?
‘Wij speelden veel op straat, op Oosterburg. Er vlogen regelmatig vliegtuigen over en op de sporen stonden treinen, volgeladen met kolen en zakken meel. Op school kregen we eten uit gamellen. Ik had altijd een lepel in mijn zak. Als de gamellen buiten werden neergezet, schraapten we met onze lepels de laatste restjes eruit. Iedereen had honger.

Op een dag kwamen we Duitse soldaten tegen die onder een brug zaten. ‘Wasser, wasser’, zeiden ze tegen ons. Wij renden naar huis om water voor ze te halen. In ruil kregen we soep die ze van het water hadden gemaakt.’

U vertelde dat u zag hoe mannen werden neergeschoten.
‘Ja, dat was op de Tugelaweg. Wij speelden daar en haalden stukken zeil uit leegstaande huizen. Daarop gleden we met vier, vijf jongetjes van een heuvel naar beneden. Op een dag kwamen er twee Duitse auto’s langs. We keken naar binnen en zagen achterin twee Duitse soldaten. Ze stopten zo’n honderd meter verderop. Nieuwsgierig als we waren, liepen we ernaartoe. Toen stapten drie mannen uit, ze werden tegen het talud gezet. Wij wilden weggaan, maar we moesten blijven kijken.

Er stonden vijf Duitse soldaten met geweren. En toen… bam, bam, bam, schoten ze de mannen neer. De middelste probeerde nog op te staan, maar een SS’er in een zwart uniform haalde zijn pistool en maakte hem af. Even later kwam er een vrouw naar beneden vanaf de Tugelaweg. Ze wilde een laken over de lichamen leggen, maar dat mocht niet. Iedereen moest het zien. Wij wilden weg, maar we moesten blijven kijken. Dat is een herinnering die altijd blijft.’

Heeft u daar een trauma aan overgehouden?
‘Een trauma? Nee. Nee, dat denk ik niet. We waren kinderen, het voelde bijna als een spel voor ons.’

Heeft uw familie de oorlog overleefd?
‘Ja, iedereen. Mijn vader was ondergedoken in de Wieringermeer. Hij zat in dienst en moest zich verbergen omdat hij niet naar een werkkamp wilde. Soms kwam hij stiekem thuis en smokkelde dan reuzel, varkensvet. De boeren lieten hem niets meenemen, dus hij smeerde het op zijn buik en schraapte het er thuis af zodat we het konden opeten.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892