‘Op de hoek van de Kruisstraat stond altijd een Duitse soldaat op wacht’


Marouan, Florian, Mijne, Marta, Milischa vertellen het verhaal van Aart Janszen
Röntgenstraat, AmsterdamAmsterdam-Oost

Marouan, Florian, Mijne, Marta en Milischa spreken met Aart Janszen over zijn herinneringen aan de oorlog. Aan de leerlingen van de Lidwinaschool in Amsterdam-Oost vertelt hij hoeveel indruk de Hongerwinter op hem heeft gemaakt. Vanwege de honger die hij destijds had, gooit hij nooit meer zo maar eten weg.

Was u bang in de oorlog?
‘Ik was ontzettend bang! Vanuit mijn raam zag ik eens een brandend vliegtuig naar beneden zien komen. En mijn Joodse oom was in 1942 opgepakt en vermoord, daarna was ik doodsbang dat wij ook werden opgepakt.

Voor nog meer dingen was ik bang. In de oorlog hadden wij een avondklok: je moest thuis zijn voor 20 uur, anders werd je opgepakt. Ik at wel eens bij mensen in Betondorp, en na het eten moest ik in mijn eentje teruglopen naar ons huis aan de Kruislaan. Op de hoek van de straat stond altijd een Duitse soldaat op wacht, in een grijs pak en met een geweer. Ik was dan heel bang dat ik hem net na 20 uur zou passeren en zou worden opgepakt… Als ik nu langs die plek loop, denk ik aan hem. En ik ben sindsdien bang voor groepen soldaten.

Op een avond toen ik buiten speelde, ging opeens het luchtalarm af. Je moest dan zorgen dat je zo snel mogelijk je huis in ging. Maar ik durfde dat niet omdat ik ontzettend bang was dat er kogels of scherven op me zouden vallen. Van mijn oudere broer, we komen uit een gezin van vijf kinderen, had ik geleerd om plat tegen de muur te staan en dat deed ik. Mijn moeder kwam toen naar mij toe, pakte me op en samen we renden naar huis.’

Hoe was de Hongerwinter voor u?
‘Door de Hongerwinter heb ik nog steeds last van mijn maag en gooi ik niets weg. Gewoon opeten. Wij hadden vaak maar één boterham per dag, daar moest je de hele dag mee doen. Dankzij mijn vader hadden we het gered want hij gaf bijles aan kinderen van NSB’ers in ruil voor eten. Zo hebben wij de winter overleefd. We gingen ook naar de gaarkeuken, maar dat was zo ontzettend vies. Af en toe ging mijn moeder naar Diemen om bij de boeren eten te vragen. Soms ging dat fout want bij de grens tussen Diemen en Amsterdam stonden Duitse soldaten die controleerden of je wat bij je had. En als dat zo was moest je je eten inleveren.’

Hoe was Bevrijdingsdag voor u?
‘Formeel is 5 mei Bevrijdingsdag, maar eigenlijk was het 4 mei, want s’ avonds om 21 uur werd via de radio omgeroepen dat Nederland bevrijd was. Iedereen liep de straat op vol met vreugde en men riep: ‘We zijn bevrijd!’. Ik wist niet wat ‘bevrijd zijn’ betekende want ik kende het leven niet beter dan zoals het was. Het weekend was het feest, maar de maandag daarop ging men gewoon naar het werk. En er was nog steeds geen eten, voedsel was zelfs na de oorlog nog heel schaars. Alles bleef op de bon.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892