‘Ons huis kon ieder moment instorten’


Ismaël (11), Shania (10)/nen Demi (10) vertellen het verhaal van Jo Oostervink 11 jaar toen de oorlog begon
Polluxplein

Jo Oostervink was 11 jaar toen de oorlog begon, en snapte als jong meisje in het begin niet wat oorlog was. Dat begrijpen we wel, want wij zijn nu ongeveer even oud en kunnen ons bijna niet voorstellen hoe erg zo’n tijd moet zijn. “Mijn moeder moest me uitleggen wat oorlog was”, vertelt ze. “Nou, later ben ik er zelf ook wel achter gekomen.”

 

Hoe kwam u dan voor het eerst in aanraking met de oorlog?
“In oktober 1941 bombardeerden de geallieerden een aantal fabrieken in de omgeving, maar ons huis werd ook geraakt. Toen hebben we snel al onze meubels en wat extra kleding uit huis gehaald, want dat kon ieder moment instorten. Daar stonden we dan op het Polluxplein naast al onze spullen, en toen kwam het besef: ‘We hebben geen huis meer.’ Gelukkig kon de pastoor ons aan een huis in de Vegastraat helpen.”

Heeft u iets ergs gezien in de oorlog?
“In de hongerwinter van 1944 ging ik vaak met mijn vader eten halen op het platteland. Langs de weg lagen allemaal zieke mensen. Dan vroeg ik mijn vader ‘Waarom doet u niks?’, en dan antwoordde hij ‘Hoe kan ik die mensen helpen? Ik heb zelf ook niets.’ Onze buren stierven ook van de honger; onze buurvrouw vroeg op een gegeven moment zelfs aan ons of ze onze aardappelen mocht komen schillen zodat zij de schillen zou kunnen eten. Dat was vreselijk.

Later heb ik gelukkig ook mensen kunnen helpen die honger leden. Ik woonde in 1945 op een boerderij in Hoorn bij een gastgezin. Als er mensen aan de deur kwamen om melk te vragen voor hun kindje, dan ging ik stiekem melk pakken uit de schuur. Dat mocht de vrouw des huizes natuurlijk niet weten want dan zou ik gruwelijk op mijn falie hebben gehad.”

Was u ook wel eens bang?
“Toen Duitse militairen ons huis binnenkwamen was ik verschrikkelijk bang. Mijn vader zat tijdens de oorlog bij de ondergrondse, zo noemden we het verzet, maar dat wist ik toen nog niet. Ik wist wel dat er kaas en drop in de piano in de huiskamer verstopt lag, tegen de snaren aan. Ik was zo bang dat ze dat zouden vinden! Mijn moeder ging recht voor die piano staan zodat die militairen er niet op zouden gaan pingelen, want dan waren we in de problemen gekomen. 

Daarbij was er ook nog eens een neef bij ons aan het onderduiken. Dat was ook degene die aan mij verklapte dat mijn vader bij het verzet zat, want ik had dat eigenlijk niet mogen weten. Naast ons woonden NSB’ers, en vanaf het moment dat ik van het verzet wist hielp ik mijn vader altijd. Als hij dan naar Radio Oranje luisterde ging ik uit het zolderraampje hangen om die NSB’ers in de gaten te houden.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892