‘Nog altijd eet ik m’n knäckebröd tot de laatste kruimel op’


Fatima, Yasmine en Sura vertellen het verhaal van Netty Buijse
Bestevaerstraat 7-2De Baarsjes

Fatima, Yasmine en Sura uit groep 8 van de Rosa Boekdrukkerschool snuiven de geur van oma op bij binnenkomst. Het huis van de 87-jarige Netty Buijse ademt vroeger. Binnenkort neemt ze afscheid van Amsterdam en van het huis waar ze 52 jaar heeft gewoond. Twee straten verwijderd van waar ze opgroeide en als tiener de oorlog meemaakte.

Hoe merkte u dat het oorlog was?
Eigenlijk ging het leven gewoon door. Er was in het begin nog van alles, wel gingen brood en suiker op de bon. Daar kon je beperkt van kopen. De Duitsers eisten veel ervan op. Ik begon het ook te merken toen de leerlingen van een school aan de Admiraal de Ruyterweg bij ons, op de Willem Hovyschool aan de Jan Riebeekstraat, introkken. Zij hadden les in de ochtend, wij in de middag. Zo had je steeds minder les. En er was steeds minder eten. Dan fietste ik naar de boeren in de polder; meestal kon ik wel wat te eten regelen. En mijn moeder kon er altijd wel wat van maken. Van suikerbieten maakte ze koffie en pannenkoekjes.

Weet u iets over het verzet?
Tijdens de oorlog kwam er steeds meer verzet. Er werden identiteitskaarten vervalst, mensen hadden soms andere namen. Vaak wisten mensen niet elkaars echte naam. Hoe minder je wist, hoe minder je kon verraden als ze je zouden ondervragen. Zeker als kind was er veel geheimzinnigheid. Zo weet ik pas sinds vorig jaar dat mijn vader, die op de Admiraal de Ruyterschool werkte, op de zolder daar kinderen had laten onderduiken. Terwijl ik daar wel eens was geweest toen ik hem ergens mee hielp!

Hadden jullie honger?
Echte honger heb ik niet gehad, mijn ouders wel. Op de school van mijn vader was een gaarkeuken, maar het eten werd steeds minder; er was alleen nog soep van water met uien. Ik was toen al weg. We kenden een jongen, Henk, die iets moest regelen buiten de stad. Wat, dat wist je dus niet. Hij vroeg mijn oudste zus mee als beschermengel. Als ie dan werd aangehouden, kon ie zeggen dat ie haar moest wegbrengen, dan werd ie misschien niet opgepakt. Ze wilde niet, toen ben ik meegegaan. Er was zo weinig hier te eten en te doen, dat ik naar Friesland ging. En zo kon ik, veertien jaar oud, met hem mee. Het was een lange tocht met de fiets en het was koud in januari 1945. Onderweg had ik een lekke band en ging ik verder met een band met stro. Dat reed best lekker, al maakte het heel veel lawaai.

Heeft u ook iets leuks meegemaakt tijdens de oorlog?
Ik heb een hele mooie herinnering van Tweede Kerstdag. We liepen over de Admiralengracht naar de Bethelkerk bij het Balboaplein. We kwamen aangelopen in het donker en de hele kerk was van binnenuit verlicht. Die lichtzee was prachtig! En ik herinner me de gezellige avonden met spelletjes. Mijn drie jaar oudere zus had een vriendengroep en uitgaan was er niet bij. Daarom kwamen ze thuis samen. Mijn vader had, al was papier schaars, zelf spelletjes gemaakt. Bij een van de spelletjes prikt iemand zonder te kijken een letter in de krant. Bijvoorbeeld de d. Dan moest je allemaal zoveel mogelijk steden en dorpen met de letter d opschrijven. Maar vaker waren er dus nare dingen. De zoon van de schooldirecteur van de Admiraal de Ruyterschool werd doodgeschoten, van hem hangt een plaquette in de hal van de school. We zagen door de verduisterde ramen heen het licht van een bombardement bij het Willemina Gasthuis, het ziekenhuis bij de Overtoom. Mensen hadden geen kolen en haalden blokjes uit de tramrails om maar hun kacheltje te kunnen stoken en sloopten de huizen van weggehaalde Joden. En er was honger. Jaren haalde ik heel vroeg boodschappen, omdat ik altijd nog onbewust het idee had dat het op zou zijn. Nog altijd eet ik met een natte vinger elke kruimel van m’n knäckebröd!

Brandeisfotografie.nl

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892