‘Niks hoor, we hoorden er helemaal niet bij. Ze vonden ons maar raar’


Youssef, Jamaal en Abdul vertellen het verhaal van Annemarie ten Brink
IndonesiëAmsterdam-Oost

Youssef, Jamaal en Abdul ontmoeten de 91-jarige Annemarie ten Brink in het Roc Top in de Amsterdamse Wibautstraat. Ze hebben zich niet voorbereid maar ze luisteren naar haar verhalen en vragen honderduit. Mevrouw Ten Brink is ook nieuwsgierig naar hun verhaal. ‘Waarom kwamen jouw ouders dan uit Marokko naar Nederland’, vraagt ze aan Youssef. ‘Hoe oud was jij toen je vluchtte voor de oorlog in Syrie?’ Abdul  bleek 15 jaar oud, even oud als zij toen ze Indonesië ontvluchtte. Er volgen interessante gesprekken over oorlog en macht. ‘Ik weet niet wie dat bedacht heeft met die verdeling van landen en zo…we wonen toch allemaal gewoon op dezelfde planeet, met dezelfde wind’, zegt Youssef.

Hoe lang heeft u in de kolonie geleefd?
‘Voor de oorlog, tot mijn 11e jaar, woonde ik in Indonesië in Surabaya. Het heette toen nog Nederlands-Indië. Ik dacht dat de Indonesische bevolking de oorspronkelijke bewoners personeel was, zo raar is een kolonie. Toen brak de oorlog uit en bezetten de Japanners Indonesië. Ik heb bijna vier jaar in een interneringskamp op Java gezeten. De Japanners waren heel streng. Ze schreeuwden vaak en we mochten ze niet aankijken. Als er een Japanner aankwam moesten we altijd buigen totdat ie voorbij was. Ik heb in drie verschillende kampen gezeten: iedere keer als het vol was werden we in een ander kamp gepropt. Op het laatst hadden we 50 cm per persoon aan leefruimte. Er zaten wel 6000 mensen in dat kamp, mannen en vrouwen waren gescheiden van elkaar. Het eten was heel slecht. Iedere dag kregen we rijst, met een eetlepel gekookte prut maar in witte rijst zit niet zoveel voedingswaarde. We waren heel mager geworden. Gelukkig was ik wel samen met mijn moeder, zussen en broertje.’

Wat gebeurde er na die tijd?
‘De oorlog in Japan is heel plotseling beëindigd doordat de Amerikanen atoombommen op Japan hebben gegooid. Op Hiroshima en Nagasaki. Na die bezetting, toen de Japanners weg waren, wilden de Indonesiërs ons niet meer terug. Ze wilden niet weer onderdrukt worden door de Nederlanders. Ze zeiden: gaan jullie nu maar weg allemaal, ga nou maar huis. En toen werden ze heel gevaarlijk, heel gevaarlijk…Wij durfden het kamp helemaal niet uit. We zijn nog een half jaar in Indonesië gebleven en toen zijn we met een schip naar Nederland gebracht.

In het ruim hingen hangmatten waar we in sliepen. We waren een maand op het schip. We maakten een tussenstop in Sri Lanka want het was winter, eind januari, en het schip had geen winteraccommodatie. We hadden ook helemaal geen warme kleren. Dus ze konden ons niet naar Nederland brengen. Toen hebben ze ons in Cylon (dat heet nu Sri Lanka) in een Engels legerkamp gezet. Daar zijn we ontzettend verwend. Ze draaiden films voor ons en kookten heel erg lekker. Ik was 15 toen ik vluchtte naar Nederland. Het was natuurlijk wel vluchten naar het vaderland, alleen was ik nog nooit eerder in Nederland geweest.’

Waar kwam u terecht in Nederland?
‘We kwamen aan in Den Haag, daar hadden we familie. We dachten: we zijn Nederlandse kinderen, dan hoor je er dus bij. Maar niks hoor, we hoorden er helemaal niet bij. Ze vonden ons maar raar. We kleedden ons raar en we waren geel. We praatten ook raar. We hadden natuurlijk een Indisch accent, we zeiden overal het woord ja achter. Niet doen ja. Dat gingen ze ons allemaal nadoen, dus dat leerden we snel af. Nederland was nog niet zo gewend om mensen uit het buitenland te krijgen, zelfs als het gewoon Nederlanders waren. Dat is best raar.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892