‘Na twee weken kwamen we uiteindelijk aan op Schiermonnikoog’


Thijmen, Jeffrey en Tobias vertellen het verhaal van Miep Rutger-Visser
Langestreek, Schiermonnikoog

Het is buiten warm. Gelukkig heeft Miep Rutger-Visser (89) een verfrissend drankje klaar staan voor Thijmen, Jeffrey en Tobias van de Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog. Mevrouw Rutger woont een deurtje verder van de boerderij waar zij met haar ouders als jong meisje in januari 1945 naartoe vluchtte. Ze volgt het wereldnieuws nog altijd op de voet en benadrukt dat de vrijheid van nu een groot goed is.

Waar woonde u in de oorlog?
‘Ik woonde de eerste jaren van de oorlog in Rotterdam, op de Mathenesserdijk vlak bij de Schie. Daar ging ik altijd visjes vangen. Ik zat er op een school met wel 55 andere kinderen in één klas. Aan het begin van de Hongerwinter waren de winkels in Rotterdam leeg. Er was geen eten meer te koop, geen brood, geen aardappels meer. Alles was op. Toen zijn we naar Den Haag gegaan, maar daar was ook alles op en in Amsterdam bij mijn tante ook. Ik had honger en mijn moeder helemaal, die was heel mager. Dus we moesten naar het noorden, naar mijn grootouders. Zij hadden een boerderij en daar was eten. Maar er was geen trein. Dus we gingen met een boot over het IJsselmeer. Dat was gevaarlijk, want we werden beschoten. Gelukkig liep het goed af en kwamen we heelhuids in Lemmer aan. Daar kreeg ik verse melk van de koe. Ik had vreselijke honger, dus dat smaakte heerlijk; net pudding. Via Leeuwarden kwamen we in Anjum aan. Daar stond op een toneel in een dorpshuis een groot bed waar ik met mijn zusje in mocht slapen. Na twee weken kwamen we uiteindelijk aan op Schiermonnikoog, bij mijn grootouders op boerderij Padmos. Daar was eten genoeg. Vanaf toen woonde ik hier op het eiland. Ik vond dat niet gek, want ik kende de omgeving nog van de vakanties bij mijn grootouders.’

Wat heeft u meegemaakt dat u het meeste is bijgebleven?
‘Het bombardement van Rotterdam. Ik kon uit ons raam een groot stuk lucht zien, toen het luchtalarm ging. Ik bleef eerst kijken wat er gebeurde. Mijn moeder gooide de ramen open, want dan was de luchtdruk binnen en buiten gelijk en konden de ramen niet kapot gaan. Ik stond tussen de bloempotten door te koekeloeren. En ik zag daarboven, helemaal daarboven tussen de wolken de vliegtuigen aankomen. Heel in de verte. Ze kwamen dichterbij, je kon ze horen. Steeds harder en steeds dichterbij. Opeens zag ik de bommen vallen. Dus toen ging ik, hup, naar de schuilplek bij mijn moeder. Toen het was afgelopen zag ik een klein rookpluimpje en even later was de hele lucht pikzwart. Dat hele stuk van de stad stond in de fik. Al die mensen waren hun huizen gewoon kwijt.’

Gebeurde er ook dingen die u vreemd vond toen de Duitsers in Nederland kwamen?
‘Ja, je zag ze lopen met van die uniformen en geweren. Dan marcheerden ze in kolonne door de straat. Ik stond met grote ogen naar ze te kijken. Ik vond het spannend, maar ook wel eng. Dus als ik ze zag en ze kwamen dichtbij, dan ging ik gauw naar huis, daar was het veilig. Ze bemoeiden zich verder niet met me, maar er was wel een andere sfeer.

En ik weet nog dat er Duitsers met een handkar voorbij kwamen met lijken erop. Toen het laken dat erover lag, opwaaide dacht ik: wat is dat nou? Dat had ik natuurlijk nog nooit gezien. Maar daar wen je aan, zo goed je kan. Er stonden overal van die grote ronde dingen en daar plakten de Duitsers van die papieren op. En zo vertelden ze het volk wat ze moesten doen. Want niet iedereen had een krant en naar de radio mocht je ook niet luisteren. Toen we een keertje na een vakantie weer thuiskwamen, waren mijn buurjongetjes er niet meer. Dat vond ik wel jammer want ik moest altijd erg om hun lachen omdat ze ondeugend waren. Ze piesten bijvoorbeeld vanaf het balkon in de tuin. Ze waren opeens foetsie. Ik heb ze nooit meer gezien en begreep niet waarom.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892