‘Na de oorlog kwam mijn moeder mij ophalen maar ik herkende haar natuurlijk niet’
Fyrdevs, Maxen, Bruno en Siyi vertellen het verhaal van Samuel de Leeuw
Amsterdam-Noord
Naast de lerarenkamer is een ontzettend leuke ruimte gecreëerd in de Twiskeschool. Alsof je bij iemand thuis bent. Fyrdevs, Maxen, Bruno en Siyi gaan Samuel de Leeuw interviewen. Door zijn grapjes voelen de kinderen zich snel op hun gemak en branden ze los met hun vragen.
Hoe oud was u toen de oorlog uitbrak?
‘Ik ben geboren op 5 november 1941 en heb de oorlog niet bewust meegemaakt.Mijn vader werkte bij Hollandia Kattenburg, een fabriek die regenjassen maakte voor de Duitsers.’
Wat weet u van 11 november 1942?
‘Toen was de razzia bij Hollandia Kattenburg en zijn alle Joodse mensen die daar werkten weggevoerd. Ook veel familieleden zijn toen opgepakt, Mijn vader is via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd en daar in maart 1943 vermoord.’
Waar woonde u tijdens de oorlog?
‘Wij woonden in de Pijp in Amsterdam en nadat mijn vader was weggevoerd wilde mijn moeder mij laten onderduiken. Ik was einig kind, 1 jaar oud en werd opgehaald door twee vreemde mensen uit het verzet die mij naar Brunssum in Limburg brachten. Van daaruit werd een familie gezocht die mij wilde opvangen. Het werd de familie Feenstra, een kinderloos echtpaar. Ik heette daar Boukje, Samuel is een Joodse naam, die naam zou argwaan wekken. Mijn moeder is ook ondergedoken bij een gezin met drie kinderen in Heiloo waarvan de vader Joods was en de moeder katholiek. Zij zijn gescheiden en de man zat ondergedoken in zijn eigen huis. Mijn moeder en mijn pleegmoeder gaven brieven mee aan het verzet zodat mijn moeder wist hoe het met mij ging.’
Hoe was de Hongerwinter?
Zuid-Nederland is in september 1944 bevrijd dus wij hebben de Hongerwinter gelukkig niet meegemaakt. Iedere twee weken werden er door het verzet voedselbonnen gebracht waarmee eten gekocht kon worden.’
Wat weet u nog van de tijd bij uw pleegouders?
‘Mijn pleegouders hadden een radio, dat was verboden door de Duitsers. Op die radio waren ook Engelse liedjes te horen die ik als klein jongetje op straat zong.Mijn pleegouders zijn verhuisd naar een ander deel van de stad, voor mijn veiligheid.Ze waren bang verraden te worden door de buren, je kon in de oorlog niemand vertrouwen.
Wanneer bent u teruggekomen in Amsterdam?
‘Na de oorlog kwam mijn moeder mij ophalen, maar ik herkende haar natuurlijk niet. Ik ging mee terug naar Amsterdam maar ik miste mijn Limburgse ouders zo erg dat ze mij een aantal keren heeft teruggebracht. Ook was de overgang van het rustige Limburg naar een stad waar de oorlog had gewoed en in puin lag heel groot. Toen ik 6 jaar werd moest ik naar school en ben ik definitief terug verhuisd naar Amsterdam. Mijn moeder is na de oorlog hertrouwd met een weduwnaar die zijn vrouw en zes kinderen in de oorlog heeft verloren. Hij was een hele goede vader voor mij. Hij heeft nooit over de oorlog gesproken. Wel ben ik iedere vakantie teruggegaan naar Limburg, het contact is altijd gebleven. Mijn twee dochters zijn ook veel in Limburg geweest en noemden mijn pleegouders ‘opa en oma’.’
’Heeft u herinneringen aan de bevrijding?
‘Ik herinner mij dat er colonnes tanks door Heerlen reden en dat we chocolade en kauwgum kregen van de Amerikanen. De bevrijding was niet zo uitbundig als in Amsterdam, daar had de oorlog langer geduurd en was er de Hongerwinter geweest. Ik ben blij dat ik de oorlog heb overleefd en mijn wens is dat mensen elkaar beoordelen op wie ze zijn en niet op basis van geloof of huidskleur.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.