‘Moeder kwam met een revolver in de rug mijn slaapkamer binnen’
Thomas, Roos en Isa vertellen het verhaal van Wil Docters
Frankrijkstraat 59
Thomas, Roos en Isa van basisschool De Handreiking wonen alle drie in Eindhoven, in stadsdeel Woensel, waar ook Wil Docters (1937) verbleef tijdens de oorlog. Hij was 3 jaar toen de oorlog begon en woonde in de Frankrijkstraat op nummer 59. Tegenwoordig woont deze piekfijn geklede man met zijn charmante vrouw in Sint-Oedenrode, waar de kinderen gastvrij worden ontvangen met een kopje thee en een koekje.
Waarom is uw vader wel ondergedoken en de rest van uw gezin niet?
‘Ik ben zelf niet Joods, omdat mijn moeder niet Joods was. Je krijgt het Jodendom door van je moeder. Mijn vader was wel Joods en heeft zo’n 15 maanden ondergedoken gezeten. Mijn moeder bleef achter met zeven kinderen. Ze is heel erg ziek geweest in die tijd.
Ik en mijn broers en zussen zijn later ondergebracht bij verschillende familieleden en kennissen in de buurt en zagen elkaar niet meer. In het gezin waar ik zat, was ook een zoon. Hij was één jaar ouder dan ik en had veel speelgoed, dat weet ik nog goed. Pas toen mijn vader alweer thuis was, kwamen we erachter dat hij bij de slager had gezeten, zo’n 500 meter verderop.’
Wat herinnert u zich van de avond dat de NSB’ers binnenkwamen?
‘Ik lag in mijn bed en hoorde een grote auto stoppen. Er werd aangebeld, lawaai klonk. De mannen die binnenkwamen, gaven zich uit voor Duitsers. Ze zochten mijn vader, maar vader was toen al ondergedoken en moeder was alleen met alle kinderen. Ze wilden alles meenemen wat van waarde was.
De brandkast stond in mijn kamer. Moeder kwam met een revolver in de rug mijn slaapkamer binnen, ik weet het nog als de dag van gisteren. Die mannen hielden de revolver tegen mijn neus en riepen: ‘Slapen!’ Ik was zo bang, ik was pas 7 jaar. Ze namen alles mee: geld, twee bontjassen, Perzische tapijten en alle zilverwerk.’
Uw broertje is doodgereden na de bevrijding. Hoe is dat gebeurd?
‘Eindhoven was al bevrijd, het noorden nog niet. Militaire tanks met Amerikanen en Engelsen reden dag en nacht door de straten. Iedereen was blij. Mijn vader was ook alweer thuis. De tanks reden niet hard en tussen de wagens zat best wat ruimte. Als je naar de overkant van de straat wilde, kon je er vlug tussendoor. Langs de kolonne reed een Amerikaanse jeep met hoge snelheid om de straten af te sluiten, zodat de tanks door konden rijden.
Ik stond voor het raam, mijn twee jaar jongere broertje buiten op de stoep. Ik zie hem nog staan op het trottoir… hij steekt over en wordt geschept door de jeep. Hij heeft nog een paar uur geleefd, hij was pas 5. Later kwam de Amerikaan nog om zijn excuses aan te bieden maar dat hielp natuurlijk niets.’
Wat gebeurde er nog na de oorlog?
‘Het was 16 december 1944 en de oorlog was al bijna drie maanden voorbij. Mijn zusje en ik liepen via een zandpad naar de kiosk op de Woenselse markt. Daar speelden we met veel andere kinderen. We hoorden een vliegtuig aankomen, deze draaide om de Petruskerk en maakte een raar geluid. Alle kinderen werden bang en gingen naar huis.
Mijn zusje en ik liepen langs een boerderij en op dat moment viel de bom op de Gildelaan, heel dichtbij. De klap was zo hard dat we door de luchtdruk tegen de grond gingen. Er viel een dakpan op de schouder van mijn zusje, daar heeft ze nog lang last van gehad.’
Wat herinnert u zich van uw neefjes Edo en Lexje?
‘Voor de oorlog kwamen mijn vaders zus, tante Bets, haar man Flip en neefjes Edo en Lexje elke zondag bij ons op bezoek. Zij woonden in Gestel. We speelden mens-erger-je-niet en het vlooienspel. Zij waren wel Joods en werden uit hun prachtige huis aan de Staringstraat 29 gezet. Ze moesten in een veel kleiner huisje gaan wonen op Gagelstraat 47, tegenover het PSV-stadion.
Oom Flip werkte als ingenieur bij Philips en werd naar Vught gestuurd om daar bij Philips te gaan werken. Hij dacht dat hij daar beschermd zou worden en een goede baan zou krijgen. Tante Bets heeft wel even ondergedoken gezeten, maar heeft zich toch met de kinderen bij haar man gevoegd. Later zijn ze via Westerbork naar een concentratiekamp in Duitsland gedeporteerd. Ze zijn nooit meer teruggekomen.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.