Mijn vader’s vriend Giel was natuurlijk al lang vergast’


Jelena, Wadieh en Yusuf vertellen het verhaal van Richard Nordemann
Zaandam

‘Met de airco hoog aan in de auto omdat het heel warm is buiten, gaan  Jelena, Wadieh en Yusuf van Basisschool het Zaanplein
op weg naar Krommenie. Richard Nordemann woont daar in een  gezellig huis met een fantastische tuin vol met bloemen en planten. Aan de keukentafel kan het interview beginnen. Zelf was hij een jaar of acht tijdens de oorlog. De kinderen vinden het bijzonder dat iemand van 92, zo goed over het verleden kan vertellen!

Hebben uw ouders mensen geholpen in de oorlog?
Mijn opa kwam uit Duitsland en is naar Nederland gekomen met een ‘poepenzak’, zoals ze dat noemden. Dat was een zak die aan een stok over zijn schouders hing. Daar had hij garen en band in, waarmee mijn opa langs de boeren ging om te verkopen. Zo leerde hij mijn oma kennen; na hun huwelijk is hij Nederlander geworden. Toen de oorlog begon had hij ook nog zijn Duitse Ausweis, zijn identiteitskaart. Als mijn opa naar Joodse zakenrelaties in Amsterdam ging, nam hij een tas vol met graan en vlees mee. Als hij dan in de trein aangehouden werd, liet hij zijn Ausweis zien en kon hij zo weer verder reizen.’

Hadden jullie onderduikers?
Mijn vader had een Joodse collega in Beverwijk, Giel Paes. Hij was getrouwd met een Duitse vrouw. In de winter van 1941 is zijn hele winkel door Duitse officieren leeggehaald. Alleen de kachel stond nog in de winkel, want die was te heet.  Zijn vrouw was er daarna vandoor gegaan en Giel is toen bij ons ondergedoken, tot de zomer van 1942. Hij sliep op zolder. Op het laatst werd hij angstig, want als hij gepakt zou worden, kon ook onze familie opgepakt en vermoord worden. Dus toen is hij naar zijn ouders in Amsterdam gegaan. Zij woonden in een soort getto waar de Duitsers alle Joodse mensen naartoe brachten. Zo konden de Duitsers ze beter in de gaten houden. In september is hij opgepakt en diezelfde maand is hij in Auschwitz omgebracht. Hij was nog maar vijf- of zesentwintig jaar oud. Na de oorlog hebben we mijn ouders nog naar hem gezocht, want ze hadden altijd gedacht dat hij terug zou komen. Maar mijn vader’s vriend Giel was natuurlijk al lang vergast.’

Kent u Joodse mensen die zijn meegenomen door de Duitsers?
Ik had een vriend Adi Prins. Zijn vader was een Joodse man, zijn moeder niet. Dus de kinderen zijn dan ook niet Joods. Ik kwam daar vaak. Zijn vader is een keer naar Amsterdam geweest en fietste door een park waar hij niet mocht komen. Hij is toen door verraders opgepakt en  naar de Hollandse Schouwburg gebracht en nooit meer teruggekomen.’

Zijn er nog andere herinneringen die uw familie heeft gedeeld?
In 1943 kon je over de weilanden richting Uitgeest kijken. En daar reed een trein langs. In de lucht zagen we een Engelse Spitfire, dat is een jachtvliegtuig in de oorlog een paar rondjes zien maken over die trein. De trein stopte en toen konden alle mensen er zo snel mogelijk uit en gingen langs de dijk staan. Die Spitfire heeft die trein in brand geschoten. Mijn vader was bij de brandweer en hij is daarheen geweest. Hij kwam overstuur thuis, want er was een meisje in blijven zitten. Zij had zeker in de trein zitten slapen. Dat meisje is ook in brand gevlogen en dat heeft mijn vader gezien.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892