‘Mijn vader werd sabotage ten laste gelegd’
Levi, Nora, Saar, Vienna vertellen het verhaal van Tinie Ijisberg
AmsterdamAmsterdam-West
Levi, Nora, Saar en Vienna mogen op hun eigen school, de Visserschool in Amsterdam West, mevrouw Tinie Ijisberg interviewen. Mevrouw Ijisberg heeft een heleboel foto’s en documenten bij zich. Dat maakt het gesprek extra speciaal.
Wanneer begon de februaristaking?
‘De februaristaking begon op 25 februari 1941. Omdat iedere jongeman in Duitsland naar het front moest, was er daar een tekort aan arbeidskrachten. Dat speelde rond eind 1940. Veel mensen die in Amsterdam Noord werkten zouden naar Duitsland moeten. Uit protest daartegen waren er eerst kleine stakingen. Daar werd aanvankelijk succes mee geboekt; ze hoefden niet te gaan.’
‘Daarna gingen knokploegen van de NSB joden molesteren. In IJssalon Coco werd een tegenactie opgezet. Toen Duitse soldaten daar een ijsje gingen eten, werden zij bespoten met koolzuurgas. De mannen die spoten, werden meteen gearresteerd en direct doodgeschoten. Toen werden zo’n vierhonderdvijftig joden opgepakt. Dat was de aanleiding om stakingen te organiseren. Het voorbereiden moest van mond tot mond. Veel bedrijven en scholen staakten op 25 februari in Amsterdam. Daarna ging het als een olievlek over Nederland. Mijn vader was tramconducteur en staakte ook uit solidariteit met de joden.’
Waarom is uw vader opgepakt?
‘Mijn vader werd sabotage ten laste gelegd. In zijn geval betekende dat het stilleggen van het tramnet. Daar stond de doodstraf op. Hij is geëxecuteerd met tweeëndertig anderen op vliegbasis Soesterberg. Voordat het vonnis werd uitgevoerd, mocht hij een afscheidsbrief schrijven.’
Wat stond er in de brief die uw vader schreef?
Mevrouw IJsberg begint de brief voor te lezen. ’Wees moedig! Je blijft nu alleen voor onze kinderen staan. Je weet hoeveel ik van jou en de kinderen hou. Eenmaal moeten we allemaal dood. Laten we hopen dat het niet voor niets is geweest en dat jij en de kinderen een betere tijd mogen meemaken en dat je nog veel plezier van de kinderen mag hebben. Ik ga rustig hoor, in de wetenschap wie je bent. Want ik weet hoe goed jij voor mij en de kinderen altijd bent geweest. Ik vind het verschrikkelijk voor jou en de kinderen, maar je moet je eroverheen zetten. Daar reken ik op.’
‘Lieve Tootje en Tinie, jullie zijn al vroeg je vader kwijt. Wees lief voor mama. Leer flink en doe je best. Dat is papa’s enige wens. En dat jullie met moeder nog veel plezier in het leven zult hebben. Hartelijke groet en duizendmaal gekust van jullie liefhebbende vader.”
Waren er ook leuke momenten tijdens de oorlog?
‘Wij waren gewoon klein en speelden door. Ik ging ook nog niet naar school, dus ik moet altijd bij mijn moeder zijn geweest, maar ik weet er niets meer van. Ik vroeg mijzelf af wat ik eigenlijk wist. We praatten er nooit over. Dat hadden we ons aangewend. Later moet je dat aanvaarden. Als kind keek ik vaak om me heen om te zien of ik mijn vader ontdekte, terwijl ik wist dat hij gefusilleerd was. Mijn moeder heeft nog een flink aantal jaren het loon van mijn vader doorbetaald gekregen. Iemand op de administratie kneep waarschijnlijk een oogje dicht. Na de oorlog kreeg mijn moeder een uitkering.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.