‘Mijn vader maakte krantjes en die plakten ze op lantaarnpalen’


Sean, Victoria en Wiebe vertellen het verhaal van Dick Neijssel
Meerhuizenplein 34Amsterdam-Zuid

Sean, Victoria en Wiebe gaan op de fiets naar Dick Neijssel, die niet ver van de Dongeschool in Amsterdam-Zuid woont. Hij doet open. De kinderen kijken rond in zijn huis, naar alle foto’s en schilderijen die aan de muur hangen, en gaan dan naast elkaar op de grote bank zitten. Zijn vrouw zorgt voor koekjes en drinken en meneer Neijssel gaat zitten in zijn favoriete stoel, klaar voor de eerste vraag.

Hoe was het voor uw vader toen de oorlog begon?
‘Hij was achttien toen het begon, en raakte ervan in verwarring. Want eigenlijk was mijn vader al heel zijn leven in verzet. En waarom? Zijn vader voer op de grote vaart en was soms wel een jaartje weg en dan kreeg het gezin geen geld. Pas als ‘ie terug was dan kreeg je loon. Nou, vaak was dat loon al opgegaan aan de huurschuld. Zijn moeder had dus geen geld waardoor mijn vader als kind altijd arm was. En als je dan anderen ziet met mooie kleren of goed te eten, dan ga je in verzet. Dus dan ga je proberen om ook mooie kleding te krijgen. Dus toen die oorlog begon, ging een ander land hem vertellen hoe hij moest leven. Hij kwam dubbel in het verzet: ten eerste omdat hij arm was, en ten tweede omdat een andere man, Hitler kwam vertellen hoe wij in Nederland moesten gaan leven.’

Had uw vader nog broers en zussen?
‘Hij had een oudere broer. Samen zijn zij het huis uitgegaan omdat ze altijd ruzie hadden met hun stiefvader, dus de man waar mijn oma een verhouding mee had. En ze hadden nog een jonger zusje, maar die had zijn moeder weggeven aan haar zuster. Haar zuster was getrouwd met een ambassadeur in Den Haag, en die was niet arm, dus zij kreeg een hele andere opvoeding. Ze kon ook goed leren en is verhuisd naar Parijs met geld van die rijke tante. Maar eenmaal in Parijs begon de oorlog. Binnen een hele korte tijd was een groot deel van het land, inclusief Parijs, bezet door de Duitsers. En toen heeft ze zich aangemeld bij een verzetsbeweging in Frankrijk, dat noemden ze de Dutch Paris lijn. Die vingen Amerikaanse en Engelse piloten op die in Frankrijk als parachutisten naar beneden kwamen om verzet te plegen. Ook zij ving ze op en ze bracht naar een onderduikadres. Maar in 1944 liep dat mis, en werd ze gearresteerd en naar concentratiekamp Ravensbrück gebracht. Ze heeft het overleefd. Na de oorlog heeft ze een oorkonde van de president van Amerika en van Engeland gekregen.’

Is er wel eens een inval geweest in het huis van uw vader?
‘Ja, er is een inval geweest bij zijn moeder, waar hij toen woonde. Na 1943 moesten alle jonge Nederlandse mannen zich melden omdat ze naar Duitsland vervoerd werden om daar te werken in de wapenindustrie. Mijn vader had zich niet gemeld, en daarom was hij ondergedoken. Hij deed ook verzetswerk; hij maakte krantjes en die plakten ze op lantaarnpalen en bij winkels Een NSB’er had hem verraden. En hij werd hier naar de geheime dienst, de Sicherheitsdienst, gebracht en daar werd hij heel zwaar ondervraagd. Maar hij wist niet zoveel, want hij wist niet de namen van de mensen met wie hij verzet pleegde. En toen is zijn moeder ernaartoe gegaan met haar buurman, want de buurman was een Duitser, die woonde al sinds 1932 in Nederland. Die sprak natuurlijk heel goed Duits en ze hebben hem vrij gekregen. Later is mijn oma met hem getrouwd. Ja, mijn vader was daar natuurlijk erg gelukkig mee en tot zijn eigen dood aan toe is hij die buurman heel dankbaar geweest.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892