‘Mijn vader leerde ons dat niet alle Duitsers slecht zijn’
Milos, Safae, Sammie en Chaimae vertellen het verhaal van Anneke Groot Bosse
Monument RozenoordDe Rivierenbuurt
Milos, Safae, Sammie en Chaimae van de Dongeschool interviewden mevrouw Groot-Bosse bij haar thuis in Amsterdam. Haar broer Ton zat in de oorlog ondergedoken om aan tewerkstelling in Duitsland te ontkomen. Hij werd lid van de Binnenlandse Strijdkrachten. Vlak voor het einde van de oorlog is Ton door de Duitsers gefusilleerd bij Rozenoord. Zijn dood heeft een grote stempel gedrukt op het leven van mevrouw Groot-Bosse.
Hoe heeft u de oorlog ervaren?
‘Ik was dertien toen de oorlog begon, erg jong en nog een beetje naïef. Dat veranderde toen het voedsel schaars werd en de oorlog steeds dichterbij voelde. Samen met mijn vader liep ik 60 kilometer, ruim 8 uur op een dag, om eten te halen. Op herenschoenen, ik had geen gewone schoenen meer. We gingen dan naar een boer in Opmeer waar mijn broer ondergedoken was. Ton stuurde ons van tevoren een briefje, dus als wij met ons karretje aankwamen, wisten we zeker dat we iets te eten kregen. Maar we hebben ook echt hongergeleden. Onvoorstelbaar, maar wij likten alles af om maar wat binnen te krijgen, zoals een poes of een hond. We aten een keer stamppot toen er werd aangebeld. Er stond een man voor de deur die al drie dagen niets gegeten had. Mijn vader kende hem wel en heeft toen met een lepel van al onze borden een beetje stamppot gehaald. Op dat moment was dat niet leuk, maar achteraf vind ik het zo mooi. Ik heb altijd veel respect gehad voor mijn vader. Hij was een hele sterke man.’
Hoe ervaart u de Duitsers nu?
“Mijn vader leerde ons dat niet alle Duitsers slecht zijn. Ik weet nog dat we een keer gesnapt zijn toen we met eten terugkwamen uit Opmeer. Mijn vader leunde uitgeput tegen een brug en riep tegen de Duitse soldaat: ‘Neem alles maar mee’. Toen vroeg die soldaat: ‘Waar woon je?’, mijn vader antwoordde: ‘Om de hoek’. ‘Nou ga dan maar gauw verder’ en zo liet hij ons gaan. Er waren dus ook goede Duitsers. Ik vind het mooi dat ik, zijn dochter van bijna 89, daar nu zo over kan praten. Het heeft me wel moeite gekost, maar uiteindelijk moeten we het met z’n allen doen in de wereld. Zeker in moeilijke tijden.”
Hoe hoorde u dat uw broer was overleden?
‘De pastoor kwam onze winkel binnen en vroeg mijn vader mee naar achteren te komen. Na een tijdje werd ik geroepen. Ze vertelden me dat mijn broer Ton dood was. Mijn broertjes en zusjes en ik hebben enorm gehuild, maar het echte besef kwam pas later. We wisten eerst nog niet waarom Ton was vermoord. Dat was een moeilijke en zware tijd. Achteraf hebben we begrepen dat het gezin van Ton was verraden en dat ze Ton hadden aangeraden weg te gaan. Maar hij wilde die mensen niet achterlaten. De Duitsers hebben hem toen opgepakt, in de gevangenis gezet en later vermoord.’
Wat betekent het monument voor u?
‘Ik vind het goed dat het monument Rozenoord is opgericht. Ik was heel ontroerd door de uitnodiging van de opening. De bijeenkomst was erg mooi. Nog steeds ga ik op bepaalde momenten naar Rozenoord toe, bijvoorbeeld op de verjaardag van Ton.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.