‘Mijn vader kwam elke dag kapot van de honger en kou thuis’


Aya en Safae vertellen het verhaal van Joop en Hennie Bongers
Columbusplein 58 en Magalhaensstraat 7De Baarsjes

Brandeisfotografie.nl

Joop Bongers woonde schuin tegenover de Visserschool, zijn (toekomstige) vrouw Hennie woonde er om de hoek. Interessant dus voor Aya en Safae uit groep 8 van deze school om te horen hoe het in oorlogstijd daar was. Met een bak snoeptomaatjes op tafel vertelt vooral Joop voluit, want hij was ‘al’ vier toen de oorlog uitbrak. Hennie is vijf jaar jonger, maar herinnert zich de bevrijding nog goed.

Hoe zag het plein eruit tijdens de oorlog?
Joop: Er was een hele grote zandbak, een draaimolen, een glijbaan en een klimkooi. Ik vond het er heerlijk spelen. Mijn moeder kon zo uit het raam mij in de gaten houden.
Hennie: Op het plein stonden hoge, dikke populieren.
Joop: Toen ik op mijn vierde naar school moest, vond ik dat verschrikkelijk. Ik was mijn vrijheid kwijt! Zo begon voor mij dus de oorlog.
Hennie: Ik vond het wel leuk op school, kon ik lekker knutselen.
Joop: We hadden een juf voor drie volle klassen, omdat de meesters waren opgeroepen om in Duitsland te werken. Omdat de Duitsers scholen bezetten, moest ik ook een paar keer van school veranderen. Uiteindelijk ben ik in de vierde klas een jaar teruggezet, zo’n achterstand had ik opgelopen.

Heeft u erge dingen meegemaakt?
Joop: We zagen een keer een vliegtuig boven het Columbusplein rondcirkelen. Het was een Engels vliegtuig, op weg naar Duitsland, en dat werd neergeschoten. Ademloos keken we naar boven; de piloot was eruit gesprongen en hing aan een parachute.  Opeens zagen we wolkjes en was ie vanaf de grond neergeschoten. Ook zag ik een keer hoe een NSB’er die bij ons in de buurt woonde werd doodgeschoten door mensen van de Binnenlandse Strijdkrachten. De kogels vlogen over ons hoofd, dat was heel angstig. Ze brachten hem weg op een ladder van de speeltuinbeheerder. Ik zie nog z’n armen en benen zwabberen terwijl ie daarop lag.
Hennie: Wij zagen die man langs ons huis voorbij worden gebracht!

Hoe was de oorlog voor uw ouders?
Joop: Mijn vader werd voor de keus gesteld om in Duitsland te werken of bij Ford, dat de Duitsers hadden ingepikt, te blijven werken. Met een gezin om voor te zorgen en een slechte gezondheid besloot hij bij Ford te blijven als chauffeur. De omstandigheden waren slecht. Hij had het koud en mocht geen deken gebruiken of dikkere jas aantrekken. Hij kwam elke dag kapot van de honger thuis.
Hennie: Mijn moeder is op de fiets helemaal naar Schagen gegaan om eten te halen voor ons.
Joop: Mijn moeder heeft haar mooie, dure badpak geruild voor een zakje suiker. Een buurvrouw is na een hongertocht op de fiets naar West-Friesland thuis bij de voordeur dood neergevallen van ellende.

Wat deden jullie toen de stad bevrijd was?
Hennie: Ik herinner me juichende mensen en feest bij de speeltuin.
Joop: De vreugde was overweldigend. Ik heb de Canadezen die ons bevrijd hebben over de Hoofdweg zien gaan. Ze deelden sigaretten en chocola uit en overal werd gedanst, gezongen en gezoend. Vroeger werd die dag, Bevrijdingsdag, enorm gevierd. Je zag overal vlaggen. Nu is dat helaas minder.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892