‘Mijn vader heeft de hele nacht op zijn knieën in het natte gras de aardappels gezocht’
Carmen, Armin, Abe en Mika vertellen het verhaal van Ton Baardwijk
Amsterdam-Noord
De kinderen gaan met de fiets van de Twiskeschool naar Tuindorp Oostzaan waar Ton Baardwijk woont. Het is heel koud, dus iedereen is blij dat ze er zijn en het binnen lekker warm is. Heel leuk en bijzonder was het bezoek aan de museumwoning om de hoek bij zijn huis!
Wat weet u van de oorlog?
‘Ik ben de middelste van elf kinderen. Ik ben in maart 1945 geboren, midden in de Hongerwinter. Ik heb toen longontsteking gekregen. Mijn moeder was sterk verzwakt en had geen moedermelk. Er was ook nergens melk te verkrijgen. Ik heb toen acht weken lang suikerwater gehad. Dat werd gemaakt van suikerbieten. Zo heeft mijn moeder me erdoorheen gesleept. Pas in juni heb ik voor het eerst melk gekregen, dat was toen poedermelk. Ik herinner me dus eigenlijk zelf niks van die tijd, maar ik weet wel veel over de oorlog, omdat ik veel werk doe voor het Historisch Archief Tuindorp Oostzaan.’
Heeft uw familie een bombardement meegemaakt?
‘Ja, mijn ouders woonden toen op de Fazantenweg. Dat is in de Vogelbuurt en daar zijn ook bommen gevallen. Bij de Fokker fabriek werden vliegtuigen gerepareerd voor de Duitsers. De Amerikanen hebben toen gebombardeerd, maar helaas zijn de bommen op huizen terechtgekomen. De Duitsers hadden op het dak van de fabriek huizen nagemaakt om de kans op een bombardement te verkleinen. Een paar maanden later hebben de Engelsen de fabriek wel gebombardeerd.
Hoe was het voor uw familie in de oorlog?
‘Er was heel weinig eten in de oorlog, je kreeg eten via bonnen, maar heel veel was dat niet. Mijn moeder had zes kinderen in de oorlog, die moesten wel allemaal eten.We hadden ook allemaal stekeltjeshaar tegen de luizen. Het was geen prettige tijd.
Er werd gestookt met een kolenkachel waar ook op gekookt werd. Mijn oom was slager en die kwam een keer thuis met een half varken onder zijn jas. Dat moest stiekem anders konden de Duitsers het varken in beslag nemen. Mijn vader smokkelde aardappels en meel. Een keer had hij een kar met aardappels en zag hij een auto aankomen met geblindeerde lampen, waardoor je een klein spleetje licht zag. Hij duwde zijn kar naar de zijkant van de weg en toen viel de kar om. Hij heeft de hele nacht op zijn knieën in het natte gras de aardappels gezocht en kwam daarna ziek thuis. Voor de oorlog heeft mijn vader drie jaar op Curaçao gewerkt bij de Shell en daar heeft hij goed verdiend. Hij was koperslager en maakte koperen leidingen voor de raffinaderij. Mijn vader wilde niet terug naar Nederland, maar mijn moeder wilde niet naar Curaçao. Had ze dat wel gedaan, dan hadden ze de oorlog niet meegemaakt.’
Hoe werd de Bevrijding gevierd?
‘Met feesten in de wijk. Daar heb ik nog foto’s van, maar ik was een baby. Wij zijn altijd in Tuindorp blijven wonen. Wij vermaakten ons met spelletjes zoals pinkelen. Dat is speelgoed dat we zelf maakten. Je slaat met een stok tegen een puntig houten blokje. En dan schoot het blokje vooruit. Dat deden we dan van thuis tot aan school. Ook speelden we ‘bok berry’, dan maakte je een piramide van allemaal kinderen. Als er ijs lag gingen we ‘bochelen’, dat is over het ijs lopen, terwijl dat nog niet sterk genoeg was. Het ijs ging dan op en neer. Soms zakte je dan met een voet erdoorheen en kwam je met een natte schoen thuis. Dat vonden mijn ouders niet leuk en leverde een pak slaag op. Niet alleen vanwege de natte schoen, maar het was natuurlijk gevaarlijk als je door het ijs zakte. Ik heb een broertje verloren die in het kanaal is verdronken. Hij was pas 7 jaar. Mensen maakten van hun munten sieraden zoals armbanden en ringetjes. Anders werden het muntgeld door de Duitsers in beslag genomen.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.