‘Oost-Friesland is de meisjesnaam van mijn moeder’
Ruviénne en Rochelle vertellen het verhaal van Noraly Beyer
CuracaoAmsterdam-Zuid
Noraly Beyer is net na de oorlog in 1946 geboren op Curaçao waar haar ouders, beide van Surinaamse afkomst, elkaar ontmoet hebben. Haar moeder komt uit een onderwijsfamilie, haar vader was politieagent. Noraly groeit op met vijf broers. Op haar elfde kwam ze naar Nederland.
Waarom bent u alleen naar Nederland vertrokken?
‘Mijn ouders gingen naar Curaçao omdat daar betere banen beschikbaar waren. Daar hebben zij elkaar leren kennen. Mijn vader is jong overleden. Op een dag heb ik hem op de grond gevonden. Ik wist niet wat ik van zijn dood moest vinden. Ik weet nog dat ik met mijn broertje op de rand van het bed zat en hij mij vroeg: “Wat is dood zijn eigenlijk?” Waarop ik antwoordde: “Ik denk dat hij nooit meer terug zal komen”.
Mijn moeder stond er ineens alleen voor met vijf jonge kinderen. Zij moest het zware besluit moeten nemen om mij en mijn broer ook naar Nederland te sturen. Mijn oudste broer was al eerder naar Nederland gestuurd om te studeren. Op Curaçao waren geen goede middelbare scholen. Als je het je kon permitteren dan was het gebruikelijk om in Nederland je schoolopleiding te volgen. Ik kwam hier op een kostschool met alleen maar meisjes. Dat was best een fijne afwisseling; ik werd toen niet meer lastige gevallen door mijn broers. Alhoewel ik door hen wel goed heb geleerd om van me af te bijten. Het was op school best eenzaam. In de vakanties bleef ik bij vreemde mensen. Ze hadden vaak zelf geen kinderen, dus dat was voor mij best saai.’
Waarom koos u ervoor om de journalistiek in te gaan?
‘Ik was ontzettend nieuwsgierig, ik wilde graag alles weten! Dat is de belangrijkste eigenschap van een journalist; alles willen weten. En het ook willen delen met anderen. Ik wilde graag weten wat anderen van een bepaald onderwerp wisten, en wat zij daarvan vonden. Echte onderwerpen, niet roddelen, hoor.
Ik ging in Nederland naar de PABO. Na mijn opleiding ontmoette ik mijn man en kreeg een dochter. We zijn toen met z’n drieën naar Suriname vertrokken. Daar heb ik drie jaar voor de klas gestaan. En toen ben ik langzaam de journalistiek ingerold. Ze zochten een nieuwslezeres en dat leek me leuk. Gaandeweg heb ik het vak geleerd. Nieuws lezen is niet alleen maar voorlezen. Alles wat je vertelt moet je eerst uitzoeken en onderzoeken voordat je het bericht de wereld ingooit. Daar lag mijn interesse. Op zoek naar de waarheid en dat is niet makkelijk, maar wel heel spannend om te doen.’
U heeft ook onderzoek naar uw familie gedaan.
‘Ja. Dat was een hele klus. Voor een tv-programma mocht ik dat doen en dat hielp me een stuk verder. Ook doordat veel gedigitaliseerd is tegenwoordig, is zo’n onderzoek al een stuk makkelijker. Ze hebben ontdekt dat mijn overgrootmoeder de min was van Egbert, nadat zijn moeder Grace stierf op het kraambed. Zij was een huisslavin genaamd Sofietje. Ze had waarschijnlijk zelf een kind gekregen waardoor ze Egbert kon “voeden met haar bobbie”, zo noemen wij borstvoeding. De vader van Egbert hertrouwde met een nicht van zijn overleden vrouw en kreeg met haar maar liefst zestien kinderen. Die werden allemaal verzorgd door de tot slaaf gemaakte vrouwen. Egbert ging naar Nederland voor het voortgezet onderwijs, net als ik. De broers en zussen bleven in contact door met elkaar te schrijven. En op één van de brieven stond: “U heeft de groeten van uw min Sofietje”. Doordat deze brieven bewaard zijn gebleven wisten we dat Sofietje zijn min is geweest. En uit onderzoek bleek ook dat het kindje van Sofietje Adriana heette. Zij is gemanumitteerd, dat betekent dat hij (de vader van Egbert) Adriana heeft vrijgekocht, zodat ze geen slavin meer was. Hij gaf haar ook een naam. Namen werden gegeven door de slavenhouders. Dat waren bijvoorbeeld plaatsnamen, maar ook willekeurige woorden, soms zelfs achterstevoren. Waarom hij haar heeft vrijgekocht is niet duidelijk. Het zou kunnen dat Adriana zijn kind was, zij kreeg de naam Oost-Friesland. Dat is dus de meisjesnaam van mijn moeder!’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.