‘Mijn moeder bakte ook altijd bruinbrood; het enige wat we aten tijdens de oorlog’


Jade, Yaro, Babs, Boris en Sam vertellen het verhaal van Jan Jansen
Amsterdam-Noord

Jade, Yaro, Babs, Boris en Sam uit groep 7B van de Twiskeschool zijn klaar om Jan Jansen uit Tuindorp Oostzaan te verwelkomen. Na een fijne kennismaking, wordt de eerste vraag gesteld.

Hoe zag jullie huis eruit in de oorlog?
Ik ben geboren in Amsterdam Noord in de Noorder-IJpolder en daar stond een dubbele woning, de domeinen heette dat.  Het was van het leger en naast ons huis woonde de fortwachter. De fortwachter moest op de kruithuizen letten die op dat terrein stonden. In zo’n kruithuis werd het kruit bewaard. Zijn huis werd echter gevorderd door de Duitsers, dus die kwamen naast ons te wonen. Op het erf mochten geen andere mensen komen. We verbouwden ook veel groenten in onze moestuin, waardoor we zelfvoorzienend konden zijn. Mijn moeder bakte ook altijd bruinbrood; het enige wat we aten tijdens de oorlog.’

Hoe groot was het gezin waarin u bent opgegroeid?
Ik had negen zussen en een broer. Ik ben de negende, een van de jongsten. We waren een groot gezin en gelukkig hadden we een grote tuin, waar veel verbouwd kon worden. In 1944 was dat al helemaal belangrijk, want met de hongersnood in die tijd was er al helemaal niets meer. Alle negen zusters sliepen op één kamer en ik sliep met mijn broer altijd apart op de overloop.’

Hoe heb jij de oorlog ervaren?                                                                                 
Ik ben in 1940 geboren, dus ik was nog maar een baby. Toen de oorlog afliep, was ik 4 jaar. Dus je kan wel begrijpen dat ik van de oorlog zelf natuurlijk niet zo heel veel meer weet. Toen in de oorlog de Duitsers kwamen, trokken zij in het huis van de fortwachter. Het zou een groep van ongeveer acht Duitsers zijn geweest en zij waren allemaal erg lieve mannen die hierheen gestuurd waren vanuit Duitsland om dingen te doen die zij zelf liever ook niet wilden. Zij hadden ook een gezin thuis die ze moesten verlaten en daarom vonden ze het wel fijn dat ze een gezin als buren hadden. Ik weet bijvoorbeeld nog dat ik als baby bij hen op schoot kwam te zitten. Mijn moeder zorgde ook wel goed voor ze. Soms kwamen ze met lappen vlees en vroegen ze aan mijn moeder of ze dat kon bakken voor ze. Maar omdat het natuurlijk oorlog was en de kinderen honger hadden, sneed ze daar dan af en toe een stukje van af. Toen de Duitsers dus vroegen waarom het zo klein leek moest ze dus smoesje bedenken en zei ze dat dat door het bakken kwam. Dat was wel risicovol natuurlijk!’

Konden jullie alles wat jullie in huis hadden houden?
Nou zeker niet alles. M’n vader had jachtgeweren zodat hij in het wild kon schieten op eenden en hazen. Die geweren moesten ingeleverd worden en de Duitsers wisten dat hij een jachtvergunning had. Eén van m’n oudere zusters had achter zijn rug om dat geweer gepakt en in het kanaal gegooid. Toen hij het geweer wilde inleveren kon hij hem natuurlijk niet vinden en vertelde zij eerlijk dat ze hem had weggegooid. Toen moest hij dat geweer wel gaan opvissen uit het water. Als hij het niet had ingeleverd, was het misschien wel slecht afgelopen met hem. Verder hadden we nog een radiootje, een kastje met twee knopjes eraan. Zo konden ze luisteren naar koningin Wilhelmina die Radio Oranje aan het uitzenden was vanuit Engeland. Maar ook die kwamen de Duitsers ophalen. Toen zeiden mijn ouders dat ze geen radio hadden. Ze hadden die namelijk in een grote tobbe onder de vieze luiers van mij verstopt. En dat stonk natuurlijk hartstikke. Ze gingen wel even zoeken, maar in die vieze poepluiers gingen ze niet kijken natuurlijk. Je zou wel kunnen zeggen dat je slimmer en creatiever wordt in de oorlog.’

Hoe was de bevrijding?
‘Ik kan me nog goed herinneren dat de lucht die dag zwart was van alle vliegtuigen en vol zat met voedselpakketten die naar beneden kwamen. Deze waren gevuld met chocolade wat ik nog nooit gegeten had. Ik vond het echt heerlijk. Ook dingen zoals Zweeds witbrood waren smaaksensaties voor mij. Doordat ik altijd alleen maar zelfgemaakt bruinbrood had gegeten, was dat net als cake voor mij.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892