‘Mijn foto heeft tot aan hun dood boven het bed van mijn onderduik-ouders gehangen’


Robin, Otis en Tygo vertellen het verhaal van Jarti Notohadinegoro
Amsterdam-NoordAmsterdam-Noord

Jarti Notohadinegoro woont midden in het centrum van Amsterdam, dus Robin, Otis en Tygo van de Twiskeschool maken een hele reis vanaf Noord, om haar bijzondere verhaal te horen.  Ondanks dat de Duitsers hebben geprobeerd haar familie uit te moorden, heeft ze nu een hele grote familie. Jarti’s moeder,100 jaar oud; heeft zeven kinderen en een hele stoet klein- en achterkleinkinderen. Jarti is 80 jaar en de oudste dochter. Haar kleinkinderen noemen haar gangster-oma en zo ziet ze er ook een beetje uit met haar Nike air schoenen en Star Wars hoody.

 Waarom zijn je opa en oma van Antwerpen naar Amsterdam verhuisd?
‘Dat is een hele goede vraag. Ze heetten Stijntje Brilleman-Vos en Mozes Brilleman. Ze werkten allebei bij een diamantenfabriek in Amsterdam. Ze slepen diamanten. Mijn oma was daar zo goed in dat de baas van de fabriek haar vaak meenam naar Antwerpen, het centrum van de diamanten handel. Toen ze daar steeds vaker heen moest besloot ze daar te gaan wonen. Mijn moeder Celine is daar toen ook geboren. Vlak voor de oorlog zijn ze teruggekeerd naar Amsterdam. In de oorlog kregen ze een sper in hun persoonsbewijs, dat betekende dat ze zich niet hoefden te melden bij de Hollandsche Schouwburg, omdat het werk in de diamantfabriek zo nuttig was voor de Duitsers. Na twee jaar werden ze toch opgepakt tijdens een razzia.’

Hoe ging die razzia eigenlijk?
‘Dat was heel dramatisch want het was precies op de verjaardag van mijn moeder op 11 februari 1943. Mijn grootouders woonden met mijn moeder bij het Waterlooplein. Er kwamen vrachtauto’s aanrijden met Duitsers en ook Nederlandse politieagenten en die bestormden het huis. En dan vroegen ze naar persoonsbewijzen. Er was één gelukje, want mijn moeder is per ongeluk niet geregistreerd, dus ze wisten niet dat zij daar ook woonde. Toen die Duitsers naar boven renden zei mijn grootvader tegen mijn moeder; ‘ga nu naar het dak en verstop je daar net zo lang totdat het weer veilig is.’ Gelukkig hadden ze dat al wel vaker geoefend. Mijn moeder heeft toen de hele nacht in de kou op het dak in de dakgoot gezeten.  Zo is zo ontsnapt. Ze was toen al zwanger van mij.’

Hoe is het verder met hen gegaan?
‘Ze zijn naar Westerbork gebracht en daar zijn ze van elkaar gescheiden en hebben elkaar nooit meer gezien. Stijntje is daarna op de trein gezet naar Bergen Belsen. Dat is het concentratiekamp waar Anne Frank ook zat. Ze mocht in de wasserette gaan werken, daardoor heeft ze het overleefd. Ze kreeg niet alleen iedere dag fatsoenlijk te eten, maar ze mochten ook in bad wat natuurlijk heel bijzonder was in die tijd. Toen het einde van de oorlog naderde zijn op een gegeven moment alle Joden die nog in het kamp waren door de nazi’s in treinen gezet en die treinen reden nergens heen. Op een dag stond de trein stil en kwam een Zweedse man van het rode kruis de trein binnen. Mensen ophalen die voor Philips gewerkt hadden. Mijn grootmoeder stak impulsief haar hand omhoog; het was een leugentje om bestwil. Na drie maanden in Zweden te zijn aangesterkt, vloog ze in 1945 weer terug naar Amsterdam. Mijn moeder en mijn grootmoeder vonden elkaar weer terug; ze is bij ons in het gezin gekomen. Ze is 103 jaar oud geworden.’

Hoe is het met u afgelopen?
‘Later verhuisde ik naar de familie Haak. Zij woonden op het Hoeksewaardplein 29. Daar heb ik drieënhalf jaar gewoond. Ik was dol op die familie. Ze waren zo ongelofelijk lief en goed voor me. Na de oorlog ben ik ze helaas kwijtgeraakt.Toen ik weer bij mijn moeder ging wonen, kende ik haar eigenlijk helemaal niet. Ik heb noch met mijn moeder noch met mijn grootmoeder, een hele hechte band gehad.
Pas in 1967 ben ik gaan zoeken naar mijn onderduikouders. Ik wist niet dat er nog een derde kind geboren was nadat ik weg was. Hij heette Ruud. Via hem liep het contact. Hij zei me altijd; ‘mijn bestaan dank ik aan jou, want als jij er niet was geweest hadden mijn ouders nooit op hun 45e besloten om nog een kindje te krijgen’. Mijn foto heeft tot aan hun dood boven het bed van mijn onderduikouders gehangen. Ruud is helaas overleden. We hebben altijd contact gehouden. Nu mail ik nog altijd met zijn zus Lien van 92 jaar.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892