‘Met mutsen en sjaals in de klas’


Mohamed, Ymani en Nora vertellen het verhaal van Francien van der Veen-Bachra, 7 jaar toen de oorlog begon
Vrijheidslaan 57De Rivierenbuurt

Francien van der Veen had een Joodse vader en een katholieke moeder. Ze woonde met haar ouders en grootouders in de Vrijheidslaan (toen Overamstellaan), en zat op de katholieke Sint Catharinaschool. Mohamed, Ymani en Nora interviewden samen met groep 7 van de Catharinaschool mevrouw Van der Veen over haar herinneringen aan de school en de buurt. Ze herinnert zich nog goed hoe haar Joodse vriendjes en familie werden weggehaald. 

Wat herinnert u zich van onze school?
"De school zag er heel anders uit. In elk lokaal stond een grote kolenkachel. In de winter was het heel koud en zaten we met mutsen, sjaals, en jassen aan in de klas. Met z’n tweeën zaten we achter ‘bankjes’: een tafeltje voor twee dat vast zat aan de stoeltjes. Dat was voor mij soms onhandig omdat ik een heel groot meisje was, ik paste er niet goed in. Er zaten minstens 35 meisjes in de klas. Het was een katholieke meisjes school. Als er jongens voor ons raam speelden, werden ze door de nonnen weggestuurd. Dat mocht niet. De nonnen waren onze juffen, zij droegen zwarte dracht. Mijn lievelingsjuf was Jo Rens, zij was heel lief en geduldig.”

Kende u Anne Frank?
"Ja, zij hoorde bij de meiden van het Merwedeplein. Wij woonden aan de andere kant van de ‘wolkenkrabber,’ zoals wij de woontoren op het Victorieplein noemden. Met de meiden van het Merwedeplein hadden we weleens ruzie. We waren elkaar vaak aan het pesten. Liepen wij naar school, kwamen die rotmeiden eraan. Je strik uit je haar trekken, of een voet ertussen zetten bij touwtje springen. Daar deed Anne ook aan mee. Maar we speelden ook wel samen met die meiden hoor.., balspelen, naar het zwembad..”

Had u veel Joodse vriendjes?
"Ja, ik had Joodse vriendjes en Joodse familie. Mijn grootouders, tantes en ooms en nichtjes en neefjes waren Joods. Zij woonden in de Vechtstraat. Ze zijn allemaal weggehaald. Ik weet nog dat mijn vader op een ochtend op zijn fiets stapte om naar zijn werk te gaan. Na vijf minuten kwam hij alweer terug. Onderweg had hij gezien dat zijn ouders en broer waren weggehaald door de Duitsers. Het enige wat hij tegen ons zei was: ‘Het is nu ook bij hen gebeurd..’ Daarna fietste hij naar zijn werk.
Op een keer zou ik gaan spelen bij mijn vriendinnetje Selma van Praag. Ik stond voor haar huis, wilde aanbellen, maar twijfelde toen. Ik weet niet waarom, maar de manier waarop de gordijnen dicht waren, of iets anders deed me beseffen dat ze er niet meer was. Ik belde niet aan, maar ging weer naar huis. Later hoorde ik dat Selma en haar ouders inderdaad waren weggehaald. Ze woonde in de Kromme Mijdrechtstraat. Het werd bijna normaal dat je vriendjes om je heen verdwenen.”

Tijdens het interview

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892