‘Met een binnenvaartschip naar Drenthe’


Jaap (11), Tom (11), Jill (11). vertellen het verhaal van Lies Tiel 7 jaar toen de oorlog begon
Nova Zemblastraat 42 IIIAmsterdam-West

Wat kunt u zich nog het beste herinneren uit de oorlog?
Ik kwam uit een gelovig protestants gezin en had een vader, moeder en een broer vier jaar ouder dan ik. Ik weet nog goed dat mijn broer via de kerk naar Andijk mocht om daar bij tuinders te gaan wonen. Op het platteland was veel meer te eten dan in de stad. Ik vond het heel erg dat mijn broer wegging en wilde graag met hem mee, dat kon helaas niet. Mijn vader heeft mij met een binnenvaartschip naar Schoonebeek gebracht een plaatsje vlak aan de Duitse grens in Drenthe. We moesten eerst verzamelen bij de Oranjesluizen. Het was een heel spannende reis omdat we onderweg via het IJsselmeer naar het noorden vertrokken en onderweg beschoten werden door soldaten. Deze soldaten schreeuwden: ‘Mitkommen!’ Een van de soldaten had zijn vinger aan de trekker. Ze wilden mijn vader meenemen naar Duitsland, maar mijn vader zei dat hij heel erg ziek was en erg verzwakt. Het hielp want later mochten we weer verder varen. Ik zie het als een wonder dat we die reis overleefd hebben.’

Heeft u ook wel eens iets leuks meegemaakt in de oorlog?
Toen ik nog in Amsterdam woonde in het begin van de oorlog, waren mijn broer en ik lid van de Padvinderij. Dat zat op het Prinseneiland in Amsterdam en was altijd erg leuk en daar hadden we heel veel lol. Ik zat bij de kabouters. Ik leerde daar veel: hoe je moest kamperen, touwen knopen, hutten en vlotten bouwen enz. Als je iets heel goed had gedaan dan kreeg je een insigne, daar was je dan heel trots op!’

Hoe was het om in Drenthe te wonen?
‘Ik kwam terecht in een groot gezin, ze hadden 12 kinderen en woonden op een boerderij. Ze hadden heel veel koeien en die gaven 20 liter melk per koe per dag, dat weet ik nog goed. Als er Duitsers in de buurt kwamen moesten de dieren verstopt worden want die werden steeds geteld. Er was gelukkig genoeg te eten en te drinken daar. Ik heb totaal ruim zes maanden in Schoonebeek gewoond en was daar ook jarig in Maart 1945. Ik had niet verteld aan de mensen waar ik woonde dat ik jarig was en had ook niet echt zin in feest, want mijn familie was er niet bij.

In Juni 1945 ben ik door mijn ouders opgehaald en ik weet dit nog heel goed. Ik was zo blij ze weer te zien dat ik van blijdschap niet wist of ik eerst mijn vader of eerst mijn moeder zou omhelzen. Het was wel een heftige terugreis naar Amsterdam. Veel stukken deden we per fiets en toen had je nog geen rubberbanden maar banden van hout of van een soort heel hard materiaal. Het was dus heel oncomfortabel om achterop te zitten en bij elke bobbel in de weg had ik veel pijn aan mijn billen. Ik was echter zo blij dat ik het eigenlijk nauwelijks voelde.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892