‘Kunstenaars kunnen de vergeten verhalen vertellen’


Anya, Fenne, Mehmet Ali, Sam, Ryan vertellen het verhaal van Nelson Carrilho
CuraçaoAmsterdam-West

Anya, Fenne, Mehmet Ali, Ryan en Sam interviewen Nelson Carrilho in zijn atelier in de binnenstad van Amsterdam. Het is een beetje donker, dus er worden een paar lichten ontstoken en er gaat zelfs een kaars aan. De kinderen kijken hun ogen uit bij de kunstwerken en vuren allerlei vragen af op Nelson, die nog snel wat paperassen van tafel schuift zodat ze kunnen plaatsnemen. Hij kwam halverwege de jaren zestig als elfjarige naar Nederland vanwege het werk van zijn vader. Verschillende generaties aan voorouders aanschouwen het gezelschap dat zich aan tafel nestelt. De eerste vraag wordt al gesteld, nog voor de heer Carrilho goed en wel is gaan zitten.

Waarom doet u mee aan dit project?
‘Jullie zijn blij, jullie brengen leven in het atelier. We zitten hier nu zo met elkaar bij kaarslicht. Ik vind het altijd leuk als kinderen komen. Jullie zijn geïnteresseerd in mijn werk en kijken rond, vol vragen. Dat vind ik leuk. Ik ben in 1980 dit atelier begonnen. In die tijd konden kunstenaars nog niet veel geld verdienen. Maar iets in mij zei dat ik moest gaan voor wat ik wilde. Tegenwoordig zijn er voor kunstenaars meer mogelijkheden. Via sociale media en internet kun je de hele wereld over. Als het voor je is weggelegd, dan zou ik ervoor gaan.’

Wat is uw familieachtergrond?
’Europa had verschillende koloniën in het Caribisch gebied. Mijn moeder kwam van Antigua, een kolonie van Engeland. Op dat eiland was een Nelson Dock, de Nelsonhaven. Nelson was in de Engelse geschiedenis een generaal. Volgens mij had hij in de verhalen een houten been. Mijn moeder heeft mij vernoemd naar de haven waar zij geboren is. De naam Carrilho is een Joodse Portugese naam. Als je onze familiegeschiedenis volgt aan vaders kant zit daar een Joodse lijn.’

Hoe was het om op jonge leeftijd te verhuizen?
‘Het onderwijs op Curaçao was altijd al gericht op Nederland. We kregen te leren hoe de trein van Groningen naar Amsterdam ging en welke steden je dan tegenkwam. Terwijl wij nog nooit een trein hadden gezien in ons leven. Eigenlijk hoorden wij te leren over ons eigen land en cultuur. En de eigen taal, Papiaments.
Naar Amsterdam komen was een groot avontuur. In 1964 had je hier jongeren met lang haar, op hun Puchs en Zündapps, luisterend naar The Beatles. Al die vrijheidsbewegingen van jongeren, daar kwamen we middenin te zitten. Een spannende en leuke tijd was het, waarin alles kon. Je mocht zelf bepalen wat je deed, wat je droeg.’

We hoorden dat u een aanklacht maakt met betrekking tot racisme.
‘Ik ben inderdaad met een aanklacht bezig. Ik ben namelijk tegen de slavernijmonumenten. Slavernij en kolonialisme is een heel diep onderdeel van ons leven geweest en dat gaat gepaard met trauma’s, met angst en heel veel andere emoties. In het Oosterpark staat een beeld met kettingen, dat is heel traumatisch. Dat geeft geen goed beeld van ons. Daar ben ik tegen aan het ageren. Ik denk dat we dat anders zouden moeten doen.’

Wat was uw eerste kunstwerk?
‘Na de werken die ik op de kunstacademie heb gemaakt, is het antiracisme-monument in het Vondelpark mijn eerste echte werk. Wat bij mijn werk heel belangrijk is, is het naar boven halen van de vergeten verhalen. Je krijgt, zeker in onze tijd, weinig over je eigen verhaal te horen. Ik vind dat juist schrijvers en kunstenaars, mensen die creatief zijn, in staat zijn om de vergeten verhalen naar boven te brengen en daarover te vertellen. Wij krijgen vaak te horen dat wij geen historie hebben, dat wij geen eigen verhaal hebben. Maar dat is natuurlijk niet zo. Dus dat is een taak die ik op me neem. Je zou kunnen zeggen dat in elk beeld van mij een beetje een verhaal zit. Ik wil vaak juist de grootheid laten zien en niet de pijn. Je weet dat een beeld, als het goed is, ergens heel lang staat. Wat wil je dan verbeelden? Soms krijg je een vraag of opdracht en is het de kunst om iets te maken dat voorbij de opdracht gaat. Een beeld staat niet alleen voor het moment. Bij de onthulling van een beeld wil men het verhaal zien. Voor de langere tijd moet het beeld het verhaal ook op zichzelf kunnen dragen. En wat ik vaak probeer is dat het beeld ook een nieuw verhaal vertelt.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892