‘Jonge kinderen werden overal buiten gehouden’


Jarin, Joep, Roog vertellen het verhaal van Nely Haringa - Kracht
West-Terschelling

Jarin, Joep en Roog van de Vosserschool op West-Terschelling gaan op bezoek bij mevrouw Nely Haringa-Kracht. Ze woont vlakbij de school. Toen de oorlog uitbrak was ze 7 jaar oud en woonde ze in Harlingen. Mevrouw Haringa verhuisde op haar 21e naar Terschelling omdat ze trouwde met Cor Haringa. Die werd later kapitein van de Koegelwiek, de eerste snelboot tussen Harlingen en Terschelling.

Wat heeft de meeste indruk op u gemaakt?
‘Dat was het bombardement op Harlingen in het eerste jaar van de oorlog. Het getroffen gebied was niet ver van ons huis. De Hofstraat en Brouwersstraat waren getroffen. Er is een heel gezin bij omgekomen en van een ander gezin hebben slechts twee mensen het overleefd. De vernieling was enorm. De dakpannen vielen op je hoofd. Wij hebben een half jaar bij mijn grootouders gewoond omdat ons huis onbewoonbaar was geworden.’

We hadden nauwelijks school. We konden niet in ons eigen schoolgebouw. Soms hadden we school in een soort verzorgingshuis of bij de schoolmeester thuis. We zijn door de hele stad heen geweest. Een schoolreisje hebben we niet gehad.’

‘Jonge kinderen werden zo veel mogelijk overal buitengehouden. Mensen die onderdoken zag je ineens niet meer. Ik wist wel dat er een vluchtroute door het huis was, voor het geval de NSB aan de deur kwam.’

Hoe ging het met het eten thuis?
Mijn vader werkte in de haven. Daar kon hij soms etenswaren bemachtigen, die iemand achterover gedrukt had. Er was een gaarkeuken waar je eten kon halen. Bijvoorbeeld gort met pruimen. Gort lijkt wel wat op rijst. We gingen voor eten ook wel lopend naar boeren in de omgeving, naar dorpen als Arum en Kimswerd. Het overgebleven eten dat de Duitse soldaten niet meer hoefden, was in principe voor de varkens. Omdat de mensen honger leden, was het de kunst om te zorgen dat het bij de mensen terecht kwam. Dat lukte vaak wel. Bonnen waren waardevol, om voedsel te krijgen.’

Was het verplicht om voor de Duitsers te werken?
Mijn vader werkte in de haven, maar hij moest later ook bunkers bouwen op Terschelling. Eens in de zoveel weken kwam hij dan naar huis. Ook mijn oom moest voor de Duitsers werken. Mijn zus moest werken in Hotel Centraal, waar Duitsers verbleven. Ze kon dan stiekem meeluisteren naar de Engelse radio. Ze werkte ook bij de notaris. Dat was tegenover het hotel.’

Heeft u ook mooie herinneringen aan de oorlog?
Weinig. Ik heb vooral veel slechte ervaringen. We hebben ook wel lol gehad, maar je mocht niet overal komen. We speelden wel buiten en bij luchtalarm moesten we naar binnen. Na acht uur ’s avonds mocht je niet meer buiten. Als je bij luchtalarm moest schuilen, deed je dat in een portiek of bij mensen thuis.’

‘De bombardementen en de begrafenissen waren de ergste dingen. De stad werd niet alleen door de Duitsers, maar ook door de geallieerden gebombardeerd. Vooral de haven was doelwit. Bij de begrafenissen waren de Duitsers ook in het zwart.’

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892