‘’Jij gaat morgen naar Friesland’’


Ali (12), Rakeb (11)/n en Ayah (12) vertellen het verhaal van Adri Frijlink 6 jaar toen de oorlog begon
Wingerdweg 241Amsterdam-Noord

Wij zijn Ali, Rakeb en Ayah. Wij hebben meneer Adri Frijlink geïnterviewd over de Tweede Wereldoorlog. Hij ging stiekem met een vriendje de pontenbrug op over het IJ. Hij had een foto van de brug meegenomen om aan ons te laten zien. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog was er niet voldoende brandstof om de pont te laten varen van het Centrum naar Amsterdam-Noord. De oversteek werd toen mogelijk gemaakt door een aantal ponten met elkaar te verbinden. Zo ontstond een pontenbrug.

U bent over de pontenbrug gegaan, kunt u daarover vertellen?
“De ponten lagen allemaal aan elkaar om naar de overkant te komen, Amsterdam-Noord was altijd een beetje afgelegen van de rest. Samen met een buurjongetje ben stiekem ik naar de pontenbrug gegaan. We keken steeds om of mijn moeder niet achter ons aankwam. Dat deed ze niet. We zijn over de pontenbrug gelopen. Het was voor ons een wonder. Toen we aan de overkant bij het station waren, ging het middenstuk van de brug er een paar uur uit zodat het scheepverkeer er doorheen kon. We moesten dus wachten voordat we terug konden. Inmiddels waren we zolang weg dat we mijn moeder wel moesten opbiechten waar we geweest waren.”

Waarom moest u naar Friesland tijdens de Hongerwinter?
“In het begin van de oorlog hadden we nog voldoende te eten. Later ging alles op de voedselbon. Eens in de zoveel tijd kon je dan een product ophalen. Er stonden meestal suikerbieten en rode bieten op het menu. Mijn moeder wist daar altijd wel iets van te maken. Vaak plat gekookt. Maar ik herinner me dat we op een dag aan tafel zaten en dat moeder tegen mij zei: ‘Jij gaat morgen naar Friesland.’ Ik wist niet wat dat was. ‘Mama heeft geen eten meer’, zei ze. Ze vond het vreselijk. De volgende dag moest ik net als mijn buurjongen naar een verzamelpunt op de Dam. We gingen naar Friesland, daar was meer eten dan in Amsterdam. Met een rammelende bus kwamen we in een dorp in Friesland terecht. Ik woonde bij een gezin. Mijn buurjongen zat vijf kilometer verder bij een ander gezin. Ik kreeg voldoende te eten, maar ik miste mijn moeder. Gelukkig kwam ze mij na een aantal maanden halen.”

Hoe beleefde u het einde van de oorlog?
“We kregen een afdruk van het Parool van 6 mei 1945. De Duitsers hadden hun overgave officieel ondertekend. De volgende dag zouden de geallieerden naar Amsterdam komen om ook daar de bezetter te dwingen de wapens neer te leggen. Ze zouden naar de Dam komen, voor een plechtige ontvangst. Mijn vader had het idee om vanaf de Wingerdweg naar de Dam te lopen. Dat is een flink stuk, maar we zijn gegaan. Er waren nog Duitsers in de gebouwen rond de Dam. Gewapende Nederlanders hebben de Duitsers in het nauw gedreven. Toen is er door de Duitsers geschoten op alle mensen die op de Dam stonden. Veel mensen zijn gedood en verwond. We zagen mensen vallen, iedereen begon te rennen. Het is een wonder dat mijn vader, mijn broer en ik elkaar niet zijn kwijt geraakt. Uiteindelijk zijn we een winkel in gevlucht. Het was een stuk minder feestelijk we oorspronkelijk dachten.”  

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892