‘Je was bang dat er een vliegtuig op je huis zou neerstorten’


Arda, Arjun en Aymen vertellen het verhaal van Huub Liebrand
Marco Polostraat 51, AmsterdamAmsterdam-West

Huub Liebrand woonde in de oorlog vlak bij de Visserschool in Amsterdam-West. Graag komt hij vanuit Geuzenveld naar zijn ouwe buurt om daar aan Arda, Arjun en Ayman te vertellen over die tijd. Over de honger die hij heeft gehad, de spelletjes die hij op straat speelde en om een wandeling langs zijn ouderlijk huis te maken.

Bent u Joods en werden uw ouders opgepakt?
‘Nee, maar mensen denken door mijn uiterlijk wel eens dat ik Joods ben. Mijn ouders waren ook niet Joods. Ze zijn niet opgepakt. Mijn vader hoefde ook niet te werken voor de Duitsers, omdat hij op de tram werkte. Wij waren van huis uit Katholiek, maar ik ben niet gelovig opgevoed. Mijn vader is wel eens aangehouden, omdat ie ’s avonds na acht uur buiten was. Maar dat mocht, omdat hij dus op de tram reed. Wat niet mocht was de boomstronk die hij bij zich had. In die tijd kwam je moeilijk aan hout, terwijl je iets nodig had om het thuis warm te maken. Ja, ik heb ook wel eens hout gestolen. Alhoewel ik dat geen stelen wil noemen in oorlogstijd. Mijn broer en ik namen een keer het hout van een bruggetje mee om thuis in de kachel te kunnen gooien. Na een paar dagen gingen we weer terug om nog meer hout te halen, maar het bruggetje was helemaal weg. Gesloopt door andere mensen die ook hout nodig hadden. Er was zo weinig te branden dat we, net als veel andere mensen, een noodkacheltje maakten van een conservenblik. Dat zette je dan op de kachel en dan maakte je dat warm. Voor het huis en om op te koken.’

Wat aten jullie?
‘We aten suikerbieten, daar maakten we ook een soort koekjes van, en bloembollen. Hier om de hoek, op het Magalhaensplein, zat in een grijs, afschuwelijk gebouw de gaarkeuken. Daar kon je wat te eten ook halen met voedselbonnen. Ik herinner me zuurkoolstamppot; niet van aardappels, maar van suikerbieten. Dat was niet te eten. En ja, ook schillensoep. Het eten was heel slecht in die tijd. Mijn moeder had surrogaatpudding; dat was neppudding die je niet met melk maar met water maakte. Wij kinderen kregen een hapje van haar, maar we lustten het niet. ’s Nachts werden we wakker van de honger. Toen zijn we die pudding toch maar gaan opeten. Je maag moet toch iets hebben. Maar er was zo weinig. Mensen gingen op het land achter Sloterdijk op zoek naar graankorrels. Als je dan wat had, dat was nooit veel, kon je het malen in een koffiemolen en daar kon je dan een beetje brood van maken. En er was ook geen elektriciteit. Binnen was het donker; we hadden alleen een jampotje met een lichtje erin. We moesten de ramen afplakken met zwarte papieren gordijnen. De Duitsers wilden het in Nederland namelijk zo donker mogelijk hebben, zodat de Engelsen piloten ’s nachts, op weg naar Duitsland om bommen te werpen, niet precies wisten waar ze waren. Met kanonnen vanaf de grond probeerden ze de Engelsen neer te schieten. Als kind was je dan bang dat er een vliegtuig op je huis zou neerstorten.’

Waar woonde u precies?
‘Hier om de hoek, in de Marco Polostraat op nummer 51, op één hoog. Kom, we lopen er langs. Hier, tegenover jullie school op het plein, zat verhuisbedrijf Puls. Als Joodse mensen waren weggevoerd naar een concentratiekamp, kwamen ze van dat bedrijf om het huis leeg te halen. Erg, hè. Ik snap dat niet. Jouw voorouders komen uit India, jouwe uit Turkije, die van jou uit Marokko en de mijne uit Nederland. Nou en? We zijn allemaal hetzelfde. Het is belachelijk dat iemand kan zeggen dat je een bepaalde groep wilt buitensluiten. Dat begint met pesten. Dat moeten jullie nooit doen. Beloofd? Goed, gaan we nu langs het huis waar dit zich allemaal afspeelde. Het huis waar ik ben opgegroeid.’

Bij zijn ouderlijk huis vertelt Huub over de NSB-buurman die gevlucht is, over de spelletjes die hij op straat speelde, de straat die vanuit het riool een keer overstroomde en spreekt hij iemand aan die bij het portiek op nummer 51 staat. De bewoonster blijkt in zijn ouderlijk huis te wonen…

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892