‘Je vader heeft veel voor mijn betekend’


Seif, Rana, Dina, Kallista vertellen het verhaal van Josina Taus
SurinameAmsterdam Nieuw-West

Seif, Rana, Dina en Kallista van het Mundus college in Amsterdam Nieuw-West interviewen mevrouw Josine Taus. Mevrouw Taus is opgegroeid in Suriname en ze vertelt hoe het daar was en hoe het voor haar was om naar Nederland te komen. Na het gesprek zegt ze dat ze aan de leerlingen nu al meer heeft verteld, dan ze ooit aan haar eigen kinderen heeft verteld.

Wat herinnert u zich van Suriname?
‘Mijn vader was directeur op een schooltje in een klein dorp. In dat dorp, kwamen kinderen zonder ontbijt op school, dus uit zijn eigen zak betaalde hij brood voor de kinderen. Daarom heeft de school de naam van mijn vader gekregen, de Tausschool, omdat hij zoveel heeft betekend voor die kinderen.’
‘Toen er een keer een feest was op de school, kwam er een dame met een eend onder haar arm op me af, ze zei: ‘Ik heb geen cadeautje kunnen kopen, maar ik heb wel een eend’. Ik kreeg gewoon tranen in mijn ogen. Ik zei: ‘Ah, dat hoeft niet’, maar ze zei: ‘Nee, je vader heeft veel voor mij betekend, neem het mee, ik geef het!’. Dus ik ging met een eend naar huis, ik vond het zo leuk.’

Merkte u dat Suriname een kolonie van Nederland was?
‘Op school hesen we elke dag de Nederlandse vlag en we moesten ook het Nederlandse volkslied zingen. Daar snapten we geen ene hol van. Maar mijn vader was directeur van die school en op zijn school hesen ze twee vlaggen; de Nederlandse en de Surinaamse vlag. En omdat ik zijn dochter was, mocht ik hem vaak helpen met het hijsen, dat vond ik leuk. Ik was nog jong en vond het gezellig. Eigenlijk pas toen ik in Nederland kwam en naar school ging, dacht ik pas ‘Shit, de Nederlandse vlag werd daar gehesen’ en toen pas werd ik bewust ervan dat dat vreemd was.’
‘In 1975 werd Suriname onafhankelijk en toen vroeg mijn vader of we Nederlander wilde worden of Surinamers blijven. We mochten kiezen van hem. Wij kozen ervoor om Surinamer te blijven. En die mensen die Nederland kozen, die vertrokken. Er was een soort leegloop uit Suriname. Mijn vader is altijd in Suriname gebleven, hij hield van zijn land. Ik ben toen ook gebleven, ik kwam wel later gegaan om te studeren.’

Waar kwamen uw grootouders vandaan?
‘Mijn overgrootouders kwamen uit India en Afghanistan, zij waren contractarbeiders. Mensen uit India werden na de afschaffing van de slavernij naar Suriname gebracht en werden geplaatst voor het werk dat de slaven deden. Ze kregen een contract en mochten na afloop van het contract terug naar India, maar mijn familie is in Suriname gebleven.’
‘In India werden ze geronseld. Er werd tegen hun gezegd: “Ga mee naar het land van paradijs, daar is alles geweldig en goed”. Mijn overgrootmoeder was gewoon met haar kind aan het winkelen en toen ze zo’n ronselaar tegenkwam had ze dat kind gewoon daar achtergelaten en  ging ze op de boot naar Suriname. Mijn overgrootvader was gevlucht voor de oorlog in Afghanistan en kwam in India aan. Hij zag een boot em daar is hij gewoon op gestapt. Hij wist niet wat voor boot het was, maar zo kwam hij in Suriname, daar komt mijn naam Taus vandaan. Ik heb dus ook Afganistaanse roots’
‘Mijn vader is grootgebracht door zijn grootmoeder, die uit India kwam. Wanneer die boot uit India aankwam, stonden er aan de kade allemaal mannen de boot op te wachten, die een vrouw uitzochten. Zo is mijn overgrootmoeder ook door een man uitgezocht en die man was rijk, hij had een hele boerderij waar ze gingen wonen. Mijn grootmoeder was kastelein, dus ze schonk drankjes in. Nadat de mannen hadden gewerkt, kwamen ze ‘s avonds bij haar een drankje doen. Het was niet echt een café, maar gewoon een balkonnetje van het huis met wat stoeltjes en krukjes.’

Wanneer bent u naar Nederland gekomen?
‘Ik ben op mijn 18de naar Nederland gekomen om te studeren. De eerste dag in Nederland heb ik veel gehuild, ik dacht: ‘Waar ben ik terecht gekomen?’ In Suriname hadden we een heel groot huis en toen kwam ik hier aanrijden en toen zag ik het appartement, waar ik zou gaan wonen en dacht; ‘Wauw, dit hele pand is voor mij’, maar toen bleek het dat maar twee venstertjes voor mij waren. Toen was ik echt in shock en heb gehuild, maar gaandeweg ben ik er wel aan gewend.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892