‘Je moet weten dat ik alleen Fries sprak’


Djess, Soukaina vertellen het verhaal van Hans Staphorsius
FrieslandAmsterdam-West

Djess en Soukaina, leerlingen van groep 7 van de Admiraal de Ruijterschool in Amsterdam West interviewen meneer Jitze Johannes Staphorsius. Dat is zijn hele naam, maar iedereen noemt hem Hans. Ze praten met hem op hun eigen school. Hij is als kind vanuit Friesland naar Amsterdam verhuisd en sprak toen nog geen Nederlands

Hoe was uw kindertijd?
Ik ben geboren in een klein Fries dorpje Gorredijk. Daar woonde ik met mijn ouders en twee broers. Mijn vader had een winkel. Hij verkocht naaimachines en was fotograaf. Na de oorlog werden er weinig naaimachines verkocht. Er was grote armoede. Mijn vader verdiende eigenlijk te weinig om van te leven. Wij woonden aan de doorgaande weg in Gorredijk. Dat was best een drukke weg. In ieder geval drukker dan waar we gingen wonen. Mijn ouders zijn, toen ik ongeveer 6 jaar was naar Amsterdam ‘geëmigreerd’. Mijn vader werd conducteur en wij gingen in Geuzenveld wonen.’

Hoe was het wonen daar?
Het was een hele overgang. Je moet weten dat ik alleen Fries sprak. Dat spraken ze niet in Amsterdam. Je begrijpt elkaar dan niet, samen dingen doen is dan lastig, ze vonden mij maar raar. Ook had ik mijn vriendinnetje achtergelaten in Friesland, ik moest echt enorm wennen.’
Ik was onvoordelig jarig, dus het duurde bijna een jaar voordat ik naar school kon. In de tussentijd zwierf ik op straat. Het grappige is dat onze nieuwe straat eigenlijk rustiger was dan Gorredijk. Ons huis was een stuk luxer. Het was een eengezinswoning. We hadden nu koud en warm stromend water en in plaats van in de teil, konden we nu douchen. Er waren drie slaapkamers. Wat ik wel gek vond, is dat je in Amsterdam alles achter slot en grendel moest stoppen, anders was het verdwenen.’

Wat voor werk hebt u gedaan?
Doordat ik achterstanden had opgelopen kwam ik op de lomschool terecht. Daarna ben ik naar de L.T.S. gegaan. Ik leerde voor automonteur. Maar ik moest alleen ijzer vijlen en dat vond ik saai. Toen spijbelde ik vaak. Ik kreeg de keuze: loodgieter of schilder? Het werd loodgieter. Ik kwam bij de G.E.B. (Gemeentelijk Energiebedrijf) terecht als gasmonteur. Later werd ik begeleider in een welzijnsvereniging en kinderopvang.’

Bent u getrouwd?
Ja, maar dat ging niet gemakkelijk. Dat kwam door het geloof. Ik was Hervormd (Protestants) en mijn vrouw Rooms- Katholiek. In die tijd trouwde je meestal met iemand uit je eigen geloofsgemeenschap. Maar wij zijn nu bijna vijftig jaar getrouwd. Mijn vrouw verstaat Fries, maar kan het niet spreken. Ook mijn vier kinderen spreken het niet.’

Wilt u wat zeggen in het Fries?
Ik hald fan dyn mem. Ik hou van je moeder.’
Hoe giet it. Hoe gaat het met je?

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892