‘Je mocht geen Surinaams praten, omdat ze bang waren dat je ervan ‘vernegerde’’


Daan, Esther, Barry en Lotte vertellen het verhaal van Jetty Tauwnaar
Zaandam

Vanaf het Zaanlands Lyceum reden we (Daan, Esther en Barry van 14 en Lotte van 15) naar het huis van mevrouw Tauwnaar (1950). Ze werden vriendelijk ontvangen, al gleed Daan bijna uit over het gladde hout bij de voordeur, maar het ging gelukkig goed. Er waren niet genoeg stoelen in de keuken dus werden er nog wat stoelen bij de buurvrouw gehaald. Het interview was erg gezellig.

Hoe was het om op te groeien in Paramaribo?

‘Ik heb een hele mooie jeugd gehad. Ik groeide op in een fijn gezin met acht broers en zussen. Helaas overleed mijn moeder vroeg, dus ik moest als oudste voor een deel helpen met het verzorgen van mijn jongere broers en zussen. Het was ook een hele mooie omgeving waar ik woonde. Suriname is natuurlijk een prachtig land, en het klimaat is ook heerlijk. Je mocht geen Surinaams praten omdat ze bang waren dat het slecht was voor je ontwikkeling, dat je ervan ‘vernegerde’. Ik sprak wel Surinaams als ik met vrienden buiten speelde, maar als onze ouders erachter kwamen, kregen we op ons kop. Het is heel goed geweest dat ik altijd Nederlands sprak, want toen ik in 1979 naar Nederland verhuisde, hoefde ik geen nieuwe taal te leren.’

In 1975 werd Suriname onafhankelijk, hoe maakte u dit mee?

‘Je had geen keuze. Er veranderde heel veel in die tijd. Veel Surinamers wilden niet onafhankelijk worden. Het was natuurlijk een hele grote verandering, en iedereen moest wennen aan de nieuwe situatie. We hadden ons er niet op voorbereid. In het begin hadden de Surinamers het moeilijk en daarom gingen er steeds meer mensen net als ik naar Nederland. Ik verhuisde in 1979 en wat me het meeste opviel, waren de Nederlandse mensen hier; ze waren zo anders dan ik gewend was. Ook veel dingen waren hier anders, en ik had best moeite met aanpassen. Mijn man had werk gevonden en wij mochten overnachten bij een van mijn zusjes. We woonden eerst drie jaar in Amsterdam en daarna verhuisden we naar Zaandam. Ook mijn drie kinderen zijn allemaal hier in Zaandam opgegroeid en ik voel me helemaal thuis. Ik zou wel terug willen naar Suriname, maar nu nog niet.”

Toen u in Nederland ging wonen, zag u toen uw familie nog vaak?

‘Niet zo vaak als ik had gewild, want de vliegtickets zijn erg duur. Maar ik heb inmiddels ook veel familie in Nederland en die zie ik wel vaak. Verder heb ik een heel groot sociaal leven. Door de mensen die ik ken via de kerk voel ik me nooit alleen. Hier in Nederland heb ik meegewerkt aan het opzetten van een project voor een Seniorencentrum (waar ik nu woon). Ik ben naar alle woonbouwverenigingen gegaan en toen kregen we het voor elkaar dat we hier met een hele groep Surinaamse mensen konden wonen. Dat is erg fijn. Als ik nu in Suriname zou gaan wonen, moet ik me aanpassen omdat ik het leven in Nederland gewend ben. Maar toch: hier is mijn huis, maar Suriname is mijn thuis.’

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892