‘Je hebt overal in de wereld goede mensen’


Katie, Chelsea en Nanna vertellen het verhaal van Frances Burengeti
Burundi

Wanneer Katie, Chelsea en Nanna van basisschool Strijp Dorp aan komen fietsen, staat de vrolijke Frances Burengeti op het punt om naar school te gaan. Hij dacht dat het interview daar plaats zou vinden. Maar evengoed worden de kinderen hartelijk in zijn huis ontvangen. Ook tijdens het interview blijft de 53-jarige meneer Burengeti vrolijk. Ondanks alles wat hij heeft meegemaakt, voor en tijdens zijn vlucht uit Burundi op 29 jarige leeftijd, staat hij positief in het leven.

Hoe was het vroeger in Burundi toen u nog klein was?
‘Toen was het heel normaal, net als in Nederland. Ik woonde bij papa en mama, mijn zusje, maar ook met andere familie, zoals mijn oom en tante. Wij aten altijd met de familie, samen van één groot bord. Dat was supergezellig. Wij zijn opgegroeid met respect voor ouderen, dat is heel belangrijk voor ons. Als iemand in de bus komt die iets ouder is, dan zijn wij gewend om meteen op te staan. Dat zie ik hier in Nederland veel minder. We hadden thuis geen spelletjes, we hadden een kleine voetbal waar we mee speelden en de meisjes speelden met een touwtje.’

Had u vroeger huisdieren, toen u in Burundi woonde?
‘Ik woonde in een grote stad, niet in een dorp. Mensen zijn wel gewend in Burundi om dieren te hebben thuis. Wij houden vooral van geiten. In ons huis hadden we een apart kamertje voor de geit. In de dorpen hebben mensen ook vaak koeien en kippen. Maar als je in de stad woont is een koe te groot voor zo’n klein kamertje.’

In de huiskamer staat een schattig konijntje in een kooi. ‘Dat soort huisdieren hebben we in Burundi niet’, vertelt hij lachend, ‘die eten we dan op.’

Hoe was de vlucht van Burundi naar Congo?
‘Ik ben gewoon gaan lopen, het was niet zo ver, ongeveer 30 tot 40 kilometer.’ De kinderen reageren verbaasd, zo ver te voet? ‘Dat is niet zo ver hoor, als je leven in gevaar is ga je gewoon verder, het maakt dan niet uit hoeveel kilometer het is. Net als nu met de oorlog in Gaza, daar zijn zelfs mensen die honderden kilometers hebben gelopen. Ik vind het heel moeilijk om nu naar het nieuws over deze oorlog te kijken. Ik moet dan weer denken aan vroeger. Daarom staat de tv nu bijna nooit aan.’

‘In Burundi was een burgeroorlog, onze president was vermoord. Er was ruzie in ons land tussen twee stammen, de hutu’s en de tutsi’s. Met hele grote groep van mensen vluchtte ik naar buurland Congo. Daar werden we opgevangen in een dorpje in een kerk. In het begin sliepen we in de kerk. Later heeft een vluchtelingenorganisatie een kamp gebouwd, toen sliepen we in tenten. Ik heb ongeveer twee jaar in Congo gewoond. Maar toen was het daar ook niet meer veilig, de oorlog kwam ook naar Congo.’

Ik heb begrepen dat u alleen bent gevlucht?
‘Ja, bijna al mijn familie is omgekomen in de oorlog. Maar ik heb hulp gekregen om van Congo naar Tanzania te vluchten. En daarna van Tanzania naar Nederland. Je hebt overal in de wereld goede mensen. Ook God heeft mij geholpen. Ik ben van Tanzania naar Nederland gekomen met het vliegtuig. In mijn land ben ik ook opgegroeid met de Franse taal. Je hebt alleen geen keuze als je op de vlucht bent, dus ik kon niet kiezen om bijvoorbeeld naar Frankrijk of België te gaan. Ik heb hier geen spijt van. Het is God die heeft bepaald dat ik hier terechtkwam. Ik was alles kwijt, ik wilde groeien en veilig zijn.’

In hoeveel verschillende vluchtelingenkampen heeft u gewoond?
‘Ik was eerst twee dagen op Schiphol, daar word je geïdentificeerd en dan stellen ze je allemaal vragen, en toen ben ik naar Haarlem gestuurd. ik heb daar drie maanden gewoond, daar waren heel veel mensen, uit allemaal verschillende landen. Ik voelde me er wel thuis. Daarna heb ik nog in een vluchtelingenkamp in Zuid-Limburg, Utrecht en Amersfoort gewoond.

Ik voelde me hier nooit eenzaam, ondanks dat ik geen familie meer had. Er waren heel veel mensen, ik deelde een kamer met vijf anderen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal, iedereen probeert een nieuw leven op te bouwen. Op een gegeven moment moesten mensen het kamp verlaten en gingen ze alleen in een eigen woning wonen, maar de meesten wilden dit niet. Dan woonden ze ineens helemaal alleen in een huis. Ze wilden bij de andere mensen blijven, dan vergeet je je oude leven.

De eerste tijd was het heel moeilijk om te slapen, ik zag dan elke keer alles weer voor me wat ik had meegemaakt. Daarom waren we soms heel de nacht aan het kletsen, zodat je niet aan die verschrikkelijke dingen hoefde te denken. Ik kan daar nooit over praten met mijn kinderen, ik wil niet dat ze dit ooit meemaken. Soms vragen mijn kinderen: waar zijn oma en opa? Dat maakt me dan heel verdrietig. Ik heb ook geen foto’s meer van mijn ouders. Mijn zus leeft nog wel, zij is later ook naar Nederland gekomen en woont nu in Nijmegen. Ooit hoop ik terug te kunnen gaan als het weer veilig is, met mijn vrouw en kinderen. Burundi blijft mijn land, in mijn hart en bloed, maar in Nederland ben ik veilig.’

Kunt u zich nog een mooi moment herinneren uit die begintijd?
‘Ik had nog nooit gefietst toen ik naar Nederland kwam. Toen ik in Haarlem woonde was het zomer en mijn kamergenoten gingen met de fiets naar het strand. Ze kwamen elke dag vrolijk en met de mooiste verhalen terug. Ze hadden lekker gezwommen en friet gegeten. Ik werd verdrietig dat ik niet meekon en dat ik daar alleen achterbleef. Toen heb ik voor 20 gulden een fiets gekocht en ben heel de nacht alleen gaan oefenen. Ik viel steeds, maar ik gaf niet op. Na drie dagen lukte het redelijk om te fietsen. Mijn kamergenoten gingen weer naar het strand en nu kon ik mee. Het remmen ging nog moeilijk, maar ik ben veilig aangekomen. Het strand was prachtig, met heel veel mensen, ik denk dat alle mensen uit Amsterdam wel op het strand lagen. En het was de eerste keer dat ik dames in badkleding zag. In mijn land had ik nooit een vrouw in badkleding gezien, dat was ook heel bijzonder om mee te maken, die eerste keer daar op het strand was ongelofelijk!’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892