‘Je deelt in Suriname meer, je helpt elkaar meer’


Bas, Mabel, Otto en Dahlak vertellen het verhaal van Roy Carter
SurinameAmsterdam-Oost

Op de Lidwinaschool in Amsterdam versiert Roy Carter het kunstlokaal met een Surinaamse vlag en een Ketikoti tafellaken. Bas, Mabel, Otto en Dahlak worden zo gelijk in stijl ontvangen. Roy Carter werd in 1958 geboren in Suriname. Op zijn veertiende kwam hij naar Nederland op vakantie met zijn ouders. Nederland beviel goed en de familie besloot om te blijven. Hij vond het in Nederland anders dan in Suriname. Sommigen dingen vindt hij beter in Suriname, andere dingen vindt hij beter in Nederland.

Hoe vond u het vroeger in Suriname?
‘Toen ik in Suriname opgroeide vond ik het fantastisch. Ik heb het als kind altijd erg goed gehad. Mijn vader en moeder hadden een goede baan. Mijn grootvaders hadden ook goede banen. Mijn grootmoeder bracht mij naar de markt. Als mijn grootvader op donderdag uit zijn werk kwam, nam hij snoep voor mij mee. Je had veel natuur, veel dieren. Vooral veel duiven, konijnen en zangvogels. Ik maakte hutten in de bomen. Ik speelde veel, we hadden geen internet of telefoons. Ik heb een hele mooie jeugd gehad. In Suriname is het warm en zijn de mensen blijer. Mensen moeten hard werken, soms zorgt één baan niet voor genoeg geld. Dan helpen de kinderen ook mee. Toen ik elf was hielp ik mijn moeder al met koken, wassen, schoonmaken en de boodschappen. Je moet daar gewoon meehelpen. Je deelt in Suriname ook meer, je helpt elkaar meer. Als je iets over hebt, dan deel je het. Omdat we het zo goed hebben hier in Nederland, delen we minder. Als mensen het moeilijk hebben, delen ze meer. Denk daar maar eens over na.’

Waarom bent u met uw familie naar Nederland gekomen?
‘Mijn vader was hoofdcommissaris bij de politie. Vroeger was er een regeling voor Nederlandse ambtenaren in Curaçao en Suriname, dat ze, als ze 25 jaar in dienst waren, zestien maanden in Europa mochten verblijven. En dan mocht je je gezin meenemen. Dus toen mijn vader 25 jaar in dienst was, gingen mijn ouders naar Nederland op vakantie. En na een maand vroeg hij of wij ook kwamen. We zouden eerst alleen op vakantie blijven. Maar toen vroeg onze familie waarom we terug zouden komen want mijn vader kon in Nederland heel makkelijk werk krijgen via een uitzendbureau. Wij konden direct op school, want in Suriname was de school ook in het Nederlands. Maar wij zijn niet naar Nederland gekomen omdat we dachten dat het hier beter was. Wij deden het vooral omdat onze familie vroeg waarom we niet in Nederland wilden blijven. We konden via een vriend van mijn vader op de Prins Hendrikkade wonen, in een pand van het Leger des Heils. Ik en mijn zussen gingen gelijk op school, en mijn ouders vonden ook een baan. Maar het was niet gepland dat we zouden blijven, dus al mijn spullen waren nog in Suriname.’

Zou u terug willen naar Suriname?
‘Ik ben twee jaar geleden weer naar Suriname gegaan. Als ik volgend jaar met pensioen ga, dan ga ik ook weer een half jaar naar Suriname. Maar het probleem is dat alles vanuit hier zo bereikbaar is – ik kan elk moment naar Parijs of Rome. In Suriname moet je het geld hebben en dan zit je ook nog met eindeloos veel papieren en een visum. In Suriname zijn er veel beperkingen als je wil reizen. Ik ben gewend te doen wat ik wil, maar dat kan daar niet altijd. In Nederland heb je het toch wel makkelijker. Maar als ik in Suriname ben, kan ik ook genieten. Men leeft makkelijker, men feest meer en leeft meer. En iedereen is blijer. Mensen kijken ook meer naar elkaar om. In Suriname voel ik mij gelijk weer Surinamer. In Nederland zijn veel regels, afspraak is afspraak. Maar als ik weer op Schiphol ben, vind ik het ook wel weer leuk. Waar je woont, dat is wie je bent.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892