‘In Suriname had mijn leven er heel anders uitgezien’


Merlijn, Ismaël, Mio en Nina vertellen het verhaal van Roy Carter
Paramaribo, SurinameAmsterdam Nieuw-WestParamaribo

Spring High-leerlingen Merlijn, Ismaël, Mio en Nina spreken op school met Roy Carter over opgroeien in Suriname, wennen in Nederland en discriminatie. Hij werd in 1958 in Paramaribo geboren en kwam in 1973 naar Nederland.

Hoe was uw jeugd in Suriname?

‘Net als mijn ouders ben ik in Suriname geboren. Ik was de oudste van vijf kinderen. Mijn ouders kenden verschillende talen, maar leerden mij alleen Nederlands. Dat vond ik wel jammer. Ik heb een leuke jeugd gehad. Ik speelde veel buiten, zat op scouting en hield van voetballen. Ik wilde ook graag bij een koor, maar mijn stem was niet goed genoeg Het was altijd wel gezellig bij ons thuis. Als de hele familie bij mijn grootvader kwam, gingen we lekker met alle neefjes en nichtjes spelen.’

En toen gingen jullie naar Nederland.  
‘Omdat mijn vader 25 jaar politieagent was, mocht hij met betaald verlof. We besloten een tijdje naar Nederland te gaan. Toen de periode erop zat, wilden mijn ouders blijven. Ze vonden het hier fijn, en ook ik had het naar mijn zin hier. Vooraf dacht ik dat Nederland net als Suriname was, maar dan met sneeuw. En dat alle Nederlanders rijk waren. Dat denken familieleden in Suriname nu nog. Ik stuur geld en zij denken dat we hier veel hebben, terwijl we er gewoon voor moeten werken. Een grote cultuurshock voor mij was dat de kinderen in Nederland geen respect hadden voor volwassenen. Op school in Suriname mochten we nooit een weerwoord geven. Kinderen moesten respect hebben voor volwassenen en anders zouden er consequenties zijn. In Nederland gingen kinderen in discussie met volwassenen. Ik vond dat heel raar.
Als ik besloten had om in Suriname te blijven wonen, dan had mijn leven er nu heel anders uitgezien. Dan had ik nu zeker vier kinderen gehad. In Nederland heb ik ervoor gekozen om geen kinderen te krijgen, maar in Suriname zou dat raar zijn geweest.’

Heeft u weleens last gehad van discriminatie?
‘Ik had dat vroeger niet echt door. Wel vond ik het raar dat ik in Suriname niet mijn moedertaal mocht leren, alleen Nederlands. Toen ik ouder was, kreeg ik ook door dat als er een witte en zwarte dokter waren de meeste mensen voor de witte dokter kozen. Dat is niet leuk. Zelf ben ik gemixt; van mijn moeders kant Hindoestaans, van mijn vaders kant kwamen ze uit Brits-Guiana. Daar heb ik nooit last van gehad. In Nederland merkte ik wel wat van discriminatie. Geregeld werd me naar mijn rijbewijs gevraagd bijvoorbeeld. Ik bleef altijd beleefd tegen de agenten. Eigenlijk is het niet door discriminatie dat je achterblijft. Belangrijker is wie je kent, daardoor kun je vooruit komen.’

       

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892