‘In paniek schoten de Duitsers alle gevangenen dood’


Julie, Liv, Hugo, Djowan vertellen het verhaal van Mart Groentjes
Snaarmanslaan 76, Alkmaar

Het regent hard als Djowan, Hugo, Julie en Liv met de auto naar het huis van Mart Groentjes gaan. De oude stolpboerderij is een sprookjesachtig huis met allerlei verschillende ruimten. De trap ga je hangend aan twee ringen af. “Goed voor je rug!” zegt Mart. In een serre met prachtig uitzicht op de wilde tuin stellen de leerlingen van de Bosschool hun vragen.

Hoe begon de oorlog voor u?
‘In Duitsland werd het geloof verspreid dat het Arische ras, als ware übermenschen, meer waard zou zijn dan andere mensen. Mede daarom waren ze tegen de Joodse bevolking. Op 10 mei 1940 vielen ze Nederland binnen. De indrukken die ik kreeg als zesjarige waren heel hevig. We woonden vlak bij het station in Alkmaar en daar werden regelmatig treinen door Engelse vliegtuigen gebombardeerd. Er vlogen vaak wel vijftig vliegtuigen met zware motoren tegelijk over; dat was een heel zwaar geluid. Nog steeds voel ik angst als er zware vliegtuigen overvliegen.’

Hoe was het contact met de Duitse soldaten?
‘Bij ons in de straat woonden Duitse soldaten. Wij kinderen liepen daar vaak langs. Er was een hele vriendelijke soldaat die Frits heette en ons snoepjes gaf. Maar er waren ook soldaten die boos en onvriendelijk waren. Een keer werden gewonde soldaten uit een gebombardeerde trein het huis ingedragen. Ze lagen onder een deken en je zag veel bloed. Dat was heel eng! Een andere keer liepen er plotseling soldaten bij ons binnen. We hadden een plat dak en dat leek hen een goede plek om afweergeschut te plaatsen. Mijn ouders zeiden: “Dat kan niet! Het dak is veel te zwak!” Ze gingen toch het dak op en dat bleek inderdaad niet stevig genoeg te zijn. Gelukkig!’

Deed u soms dingen die niet mochten?
‘Er was een bunker vlak bij het station waar ik vaak speelde. Ik moest een keer heel nodig en besloot tegen de bunker aan te plassen. Een passerende soldaat werd me toch boos! Ik rende hard weg. Mijn oudere broer ging bij neergestorte vliegtuigen op zoek naar spullen, zoals wapens en helmen. Een keer kwam hij thuis met een geweer, maar mijn vader wilde dat niet in huis hebben. En een keer, toen we op een zonnige dag in die bunker speelden, vergaten we de tijd. Er was een avondklok en opeens ging het alarm af en konden we ons niet meer op straat verplaatsen. Natuurlijk zijn we toch naar huis gegaan, maar dat was best eng.’

Kent u iemand die is opgepakt?
‘Mijn oom Ben, die aan de Natteweg in Bergen woonde, had een radio waarop je naar slechts één Nederlandse zender kon luisteren. Daar zonden ze propaganda uit, zoals nu ook in Rusland gebeurt. Maar als je goed kon afstemmen, kon je ook de Engelse zender ontvangen. De Nederlandse regering zat in Engeland en zond vanaf daar informatie via de Engelse zender. Van de Duitsers mocht je natuurlijk niet naar deze zender luisteren, omdat je dan een heel ander beeld van de bezetting kreeg. Mijn oom deed dat wel, vanuit een schuurtje. Iemand kwam daar achter en heeft hem verraden. Hij werd opgepakt en gevangengezet in een gevangenis in Alkmaar en later, wegens ruimtegebrek, in Amsterdam. Toen hij daar vanaf het station met zijn begeleiders naar de gevangenis liep, wist hij zich los te rukken en is hij gevlucht, terug naar Bergen. Dat was een vreselijke tocht. In Bergen werd hij herkend en is hij opnieuw opgepakt. Dit keer werd hij naar een hele strenge gevangenis in Vught gestuurd. In zijn cel stond een tafeltje. Aan de onderkant heeft hij tekeningen en gedichten gemaakt over zijn ervaringen. Na vijf maanden gevangenschap bevrijdden de Engelsen en Amerikanen Nederland. In paniek hebben de Duitsers alle gevangenen doodgeschoten. Dat was heel naar om te horen; dat iemand die je heel goed kende was doodgeschoten. Toen de tekeningen onderop dat tafeltje werden ontdekt, hebben ze dat naar mijn moeder gebracht en nu staat het hier! Kijk maar. Je ziet onder andere een huisje dat mijn grootvader heeft gebouwd in 1905. In de oorlog woonden ze met elf mensen in dat huis, dat er nog steeds staat.’

Heeft u de voedseldroppings meegemaakt?
‘Toen er bekend werd dat Engelsen voedselpakketten naar beneden zouden gooien, was dat natuurlijk geweldig! We renden met z’n allen naar de Hoeverweg waar een groot betonnen fundament was waar ze de pakketten op zouden gooien. Er kwamen zoveel vliegtuigen over en er vielen heel veel pakketten naar beneden. Ze vielen gelukkig niet op ons hoofd. Er zat Zweeds witte brood (meel om dat te maken, red.), boter en chocola in. We hadden nog nooit chocola gegeten! Dat was een hele belevenis. Ik ben nog steeds verslaafd aan chocola.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892