‘In paniek heeft hij hun baby’tje aan de buren gegeven’


Marjan Ruijterman vertellen het verhaal van Ella, Dawoed, Wannes, Lolita
Amsterdam-WestAmsterdam-West

Ella, Dawoed, Wannes en Lolita van O.B.S. de Corantijn in Amsterdam-West gaan op bezoek bij mevrouw Marja Ruijterman. Zij heeft de oorlog niet zelf meegemaakt, vertelt de verhalen door van haar moeder. Die was15 jaar toen de oorlog begon en ze woonde toen in Amsterdam-West.

Wat kunt u over uw moeder vertellen?
Mijn moeder woonde op de Ten Kate markt. Ze had een Joodse vader en een niet Joodse moeder. In 1941 zijn haar ouders gescheiden en is haar vader getrouwd met een Joodse vrouw. Dat werd het een heel Joods gezin. Deze vrouw had al een kindje van 3 jaar en samen kregen ze nog een baby’tje in 1943. De oorlog was volop aan de gang.’
‘Mijn moeder had een zusje van een jaar jonger. Ze mochten niet naar hun vader toe. Hun moeder was boos op de vader, maar omdat ze zo dol op hem waren gingen ze stiekem toch naar hem toe. Ze vonden het leuk omdat kleine kindje en de nieuwe baby te zien. Op een dag ging mijn tante en mijn moeder naar hun vader toe en ze zagen dat de ramen waren ingeslagen, de buren zeiden: ‘Ze zijn opgepakt en weggebracht’. Mijn tante rende nog snel naar de plek waar alle Joodse mensen naar toe werden gebracht en ze zag nog net dat er een vrachtwagen werd uitgeladen met mensen en zij zocht haar vader, maar ze werd door een grote Duitser weg getrapt. Daarom hebben ze hun vader niet meer gezien, want hij en zijn gezin werden naar het concentratiekamp gebracht. En daar zijn ze om het leven gebracht.’
‘Op het laatste moment, vlak voordat hun vader werd weggehaald, heeft hij in paniek zijn baby’tje aan de buren gegeven in de hoop dat zij het zouden opvoeden totdat ze terug zouden komen. Maar die buren waren bang geworden omdat het in die tijd heel gevaarlijk was om een Joods kindje in huis te hebben en daarom hebben ze de baby aan de Duitsers gegeven. En de Duitsers hebben de baby weer naar de Joodse crèche gebracht. Uit die crèche zijn heel veel kinderen gered geworden door mensen die helden waren. Zo ook mijn tante, het baby’tje, die is bij een gezin terecht gekomen en zij is daar opgegroeid.’

Wist uw moeder dat het baby’tje nog leefde?
‘Mijn moeder hoorde pas na de oorlog wat er allemaal was gebeurd. Ze konden eindelijk weer naar de radio luisteren en toen hoorde ze op de radio dat hun zusje nog leefde. Mijn moeder en haar zusje zijn er meteen naartoe gegaan, maar die familie wilde niet dat dat ze zou weten dat ze Joods is dus ook niet dat ze zusjes heeft. Maar toen ik 4 jaar was, werd er op een dag aangebeld, mijn moeder deed open en opeens hoorde ik een enorm geschreeuw en toen bleek het haar zusje te zijn en de baby was inmiddels 16 jaar. Ze had ontdekt dat ze Joods was. Haar opvoedouders hadden nooit gezegd dat ze niet van hun was en dat ze eigenlijk zusjes had. Maar omdat ze gepest werd op straat en uitgescholden werd voor Jodin, had ze altijd het gevoel dat er iets niet klopte. Ze is in de kasten gaan kijken en ze heeft papieren gevonden waarin stond dat ze eigenlijk Sara Dresden heette. En niet Maria. Haar ouders dachten ook Joden zullen wel niet deugen want waarom zijn er anders zes miljoen Joden vermoord? Dus Sara had ook het idee dat Joden slechte mensen waren. Niet wetende dat ze er zelf eentje was. Dus toen ze het ontdekte was ze erg geschrokken en dacht dat zij ook slecht was. Maar ze is wel op zoek gegaan naar mijn moeder en mijn tante en dat was natuurlijk fantastische dat ze elkaar weer zagen.’

Welk familielid heeft het nog meer overleefd?
Tante Engeltje. Zij was de enige overlevende zus van mijn opa. De rest is allemaal vermoord. Zij is uit het concentratiekamp Westerbork gered. Ze is gered met een voddenkar. Er zijn wat spullen over haar heen gelegd. Zodat niemand haar zag. Tante Engeltje haar broer, mijn opa dus, was voddeman en de familie vond dat maar niks. Dat vond tante Engeltje in het begin ook, maar toen ze gered was uit het concentratiekamp door een voddenkar dacht ze daar anders over. Jaren later vonden we een doos met brieven en kaarten die vanuit Westerbork waren geschreven naar de familie en daar zaten ook gedichten en briefjes in van Tante Engeltje. Bij een gedicht stond: ‘Lieve Sem, duizendmaal mijn excuses dat ik je heb geminacht om je voddekar want een voddekar heeft mij gered uit Westerbork.’

Zie hoe een Mens groot kan zijn
Die een Voddepak heeft gesleten
Vergiffenis Sem
Miljoenen keer ik mij voor u schaamde
u bij de Voddekar zag staan en
zelf met een Voddekar mij hiermee mijn leven redde
Een Voddekar door miljoen veracht heeft mij uit de gaskamer gebracht.

‘Tante Engeltje was erg verdrietig dat haar hele familie was vermoord. Dat kon ze niet aan. Ze liep na de oorlog altijd door Amsterdam met heleboel tasjes en soms kwamen we haar tegen. Ik was toen nog een klein meisje. Dan begon ze eerst heel lief te praten en kreeg ik een zoen op mijn wang en dan opeens begon ze te schelden. Alsof wij de nazi’s waren alsof wij haar familie hadden vermoord. Ze kon niet meer goed denken. In haar huis had ze allemaal beeldjes staan, die hadden allemaal een naam van haar verloren familie. Die stofte ze af en praatte ermee.’

 Heeft de oorlog voor uw ouders invloed gehad op bepaalde keuzes?
Mijn vader was meubelstoffeerder en hij kon na de oorlog een baan krijgen bij een vliegtuigmaatschappij om de vliegtuigstoelen te bekleden, maar toen hij hoorde dat je dan ook gevechtsvliegtuigen moest bekleden, heeft hij dat niet gedaan. Ook al kon hij veel meer verdienen. En ik mocht ook nooit met pistooltjes spelen. Leuk een klappertjespistool maar mocht niet. Deed ze denken aan de oorlog.’


 

 

 

 

 

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892