‘In Oost waren we een van de eerste donkere mensen’


Murat, Ali enYassin vertellen het verhaal van Romeo Ramdin
Paramaribo, SurinameAmsterdam-Oost

Romeo Ramdin (Paramaribo, 1958) vertelt aan Murat, Ali en Yassin van het Metis Montessori Lyceum in Amsterdam over zijn ondernemende familie. Toen hij negen was, verhuisden ze naar Nederland. Al heeft hij niet veel herinneringen, zijn roots liggen in Suriname en hij vindt het een schitterend land.

Hoe was het om op te groeien in Suriname?
‘Van het onderwijs weet ik niet heel veel meer. Het grootste deel van mijn lagere- en middelbareschooltijd heb ik in Nederland doorgebracht. Mijn vader is in 1964 al naar Nederland gegaan. Hij werkte hier als chef kelner. Wij zijn drie jaar later gevolgd. De overgang van Suriname naar Nederland overkwam mij meer dan dat ik het echt goed meemaakte. In Amsterdam-Oost waren we een van de eerste donkere mensen, waardoor je soms wel wat raar werd aangekeken. Op school merkte ik er gelukkig niet zo veel van, ik had gewoon mijn vriendjes en vriendinnetjes. Voor mijn oudere broers, die al naar de middelbare school gingen en in Suriname meer achterlieten, zal dit misschien anders geweest zijn.’

We lazen dat uw opa een plantage had gekocht. Kunt u iets over uw familiegeschiedenis vertellen?
‘Mijn opa is als contractarbeider met de laatste boot uit India gekomen. Je had in Suriname eerst slaven, maar die waren vijf jaar na de afschaffing van de slavernij allemaal vrij. Mensen die plantages bezaten, hadden echter nog steeds mensen nodig om op deze plantages te laten werken. Ze gingen naar India om arbeiders te werven met een vijfjarig contract. Na die periode mocht je dan terug naar India of blijven in Suriname en dan kreeg je een stukje grond. Eind jaren dertig had mijn opa genoeg geld gespaard om een hele plantage te kopen. Hij begon ook een hotel in Paramaribo en importeerde als een van de eerste spullen uit India, waar onder de Hindoestanen in Suriname natuurlijk veel vraag naar was.’

Hoe was het om met meerdere bevolkingsgroepen samen te leven in Suriname?
‘Behalve de Hindoestanen waren er in Suriname onder andere ook Creolen, de oorspronkelijke slaven, en Javanen. Er was echter niet een verzuiling zoals in Nederland. In Suriname had je vijf verschillende bevolkingsgroepen en geloven, maar eigenlijk nooit problemen. Het is een van de weinige landen waar een kerk, een moskee en een synagoge naast elkaar kunnen staan. Begin jaren zestig veranderde dat. In Brits-Guiana  brak een oorlog uit tussen Creolen en Hindoestanen, waarbij de Hindoestanen massaal werden afgeslacht. In Suriname was er onder Hindoestanen veel angst dat hier hetzelfde zou gebeuren. Velen trokken daarom naar Nederland.’

Hoe denkt u dat uw leven eruit had gezien als u in Suriname was gebleven?
‘Dat is een goeie vraag. Ik heb in Nederland een erg fijn leven, maar denk dat ik dat in Suriname ook had gehad. Onze familie had er immers een hotel met bar midden in Paramaribo. Qua studiemogelijkheden was het in Suriname echter wel beperkter. Als je bijvoorbeeld aan de universiteit wilde studeren, moest je uitwijken naar een ander land. Ik ga nog wel eens naar Suriname om te wandelen in het binnenland en om kennissen op te zoeken. Het is een schitterend land.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892