‘In ons gezin hebben we alle kleuren’
Celeste, Manicha, Gigi vertellen het verhaal van Josetta Panka
SurinameAmsterdam-Zuidoost
Celeste, Manicha en Gigi uit groep 8 van basisschool Polsstok in Amsterdam-Zuidoost ontmoeten de 71-jarige mevrouw Josette Panka. Mevrouw Panka woont alweer tien jaar in een gezellige aanleunwoning van een woonzorgcomplex. Snel zet ze wat stoelen om haar keukentafel. Aan de muur hangt een klok in de vorm van Suriname. Die is bijna vijftig jaar oud.
Waar ben u geboren?
‘Ik ben in Suriname geboren, mijn ouders ook. Mijn vader ging naar Curaçao, om daar te gaan werken in een olieraffinaderij. Veel Surinamers zijn voor werk daarnaartoe gegaan en zo zijn wij daar ook terecht gekomen. Ik was toen zeven jaar. We waren thuis met acht kinderen, mijn twee jongste zusjes zijn opgevoed door een tante van mijn moeder.’
Hoe was het om op te groeien in Curaçao?
‘In het begin was het best moeilijk, ik moest erg wennen. Maar gelukkig was het op Curaçao ook altijd warm. Er was ook veel hetzelfde als in Suriname. We praten allemaal Nederlands. Op school leerden we ook precies hetzelfde als in Suriname. Je leerde niet over de geschiedenis van Suriname of Curaçao. Het ging allemaal over Nederland. Dus ik wist precies waar alles hier in Nederland lag. Ik kende alle rivieren, alle provincies met hun hoofdsteden. Ik had nooit veel vriendinnen. Eigenlijk was ik altijd aan het lezen en puzzelen, van die kruiswoordraadsels. Ik was natuurlijk altijd samen met mijn broertjes en zusjes, dus dat was al gezellig.’
‘Ik kan me 30 mei 1969 nog goed herinneren. Ik was toen 15 jaar en zat die dag gewoon op school, maar je voelde dat er iets groots aan de hand was. Het was echt een beetje een donkere dag, zeg maar. Iedereen was bang. Het begon met een staking bij de olieraffinaderij Shell. Werknemers waren het niet eens met de werkomstandigheden en de lage lonen. Een grote stoet mensen sloot zich aan en trok naar de binnenstad. De staking werd een volksopstand. Heel veel winkels zijn toen in brand gestoken in de binnenstad van Willemstad. De school ging dicht, wij werden naar huis gestuurd.’
Waarom bent u eigenlijk naar Nederland gegaan?
‘Mijn moeder wilde weg van Curaçao, omdat ze het niet meer zag zitten met mijn vader. Ze wilde naar Nederland met mijn jongste zusje, die toen 10 jaar was. Toen heb ik gezegd: ‘Nou, dan ga ik ook mee’. Ik was twintig, net klaar met de HAVO. Dus zo ben ik naar Nederland gekomen.’
‘In Nederland ontmoette ik mijn man. Hij was marinier en kwam toevallig ook uit Curaçao. Hij werd regelmatig uitgezonden naar Curaçao. De allereerste keer is hij alleen voor negen maanden gegaan. We kenden elkaar toen nog maar net, maar ik was verliefd en miste hem. Ik heb ontslag genomen en ben hem na drie maanden achternagegaan. Ik ben daar zes maanden gebleven. Maar toen we terug moesten komen, kreeg je alleen maar een woning als je getrouwd was. Dus toen zijn wij nog snel even getrouwd. In 1981 werd hij weer uitgezonden naar Curaçao, toen voor drie jaar. Dus we zijn daarheen verhuisd. Mijn zoontje was toen net één jaar. In die drie jaar is mijn dochter geboren, daar in 1983. En in 1984 zijn we teruggekomen naar Nederland. Vijf jaar later konden we weer voor drie jaar naar Curaçao. De kinderen waren wel boos, want ze hadden net vriendjes hier in Nederland op school. Maar goed, we gingen toch. Na die drie in Curaçao wilde mijn man daar blijven. Hij wilde niet terug naar Nederland. Hij nam ontslag bij de marine. Mijn kinderen en ook veel van mijn familie, die in Nederland woonden, vonden het vreselijk. Mijn kinderen zijn na de middelbare school gelijk weer terug naar Nederland gegaan om te studeren. In 2004 ben ik gescheiden en op mezelf gaan wonen. Ik ging wel regelmatig naar Nederland om mijn familie en kinderen te bezoeken. Pas in 2015 was ik er echt aan toe om ook naar Nederland te komen. Ik miste iedereen zo vreselijk. Ik heb ontslag genomen en ben hierheen verhuisd. En dat is nu tien jaar geleden!
U bent heel licht van kleur. Hoe kan dat dan?
‘Echte Pankas hebben een heel donkere kleur, dat zijn marrons, weggelopen slaven. De vader van mijn vader, die was dus een marron. Een zwarte man, zeg maar. Zijn vrouw was een Indiaanse. Mijn vader is veel lichter dan zijn vader. Maar mijn moeder, die is heel licht, bijna wit. Dus vandaar dat ik zo licht ben en mijn broer heel donker. In ons gezin hebben we alle kleuren.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.