‘In Nederland kwamen we terecht in een pension’


Alexis, Joris, Luca vertellen het verhaal van Jane Veltman
Amsterdam-Noord

Alexis, Joris en Luca interviewen de 85-jarige Jane Veltman over haar jeugd in Nederlands-Indië. De leerlingen van de Nieuwe Havo in Amsterdam-Noord komen naar verzorgingshuis Het Schouw, waar mevrouw Veltman vlakbij woont. Ze zijn aan de vroege kan en zien mevrouw Veltman aan komen lopen. Na een kopje thee en een koekje is het tijd voor de eerste vraag.

Hoe was het om op te groeien op Java?
‘Ik ben geboren in Makassar op Celebes, nu heet het Sulawesi. Daarna verhuisden we naar Soerabaja, Oost-Java. Mijn vader werkte bij de PTT Post en mijn moeder was onderwijzeres. Maar als je ging trouwen, moest je stoppen met werken. Dus dat was bij mijn moeder ook zo. Omdat mijn vader bij de post werkte, verhuisden we ieder jaar naar een andere plek in Nederlands-Indië. Daardoor konden mijn zus en ik geen vaste vrienden op school hebben, want we wisten al dat we weer binnen een paar maanden weer zouden verhuizen. Op die manier heb ik mijn eerste vijf verjaardagen telkens op een andere plek gevierd.

‘Toen de oorlog uitbrak, woonden we op Soerabaja. Voor onze eigen veiligheid moesten we op één plek blijven. We woonden in een ruim huis met vier slaapkamers. Allerlei tantes en andere familieleden kwamen bij ons inwonen. De oorlog was heel erg beangstigend want diep van binnen wist je ook dat de Japanners je gewoon konden vermoorden. Maar we hadden in die tijd ook een gelukje; mijn vader was boven de leeftijd voor dienstplicht dus hij hoefde niet het leger in en kon bij ons blijven.’

Hoe ben je uiteindelijk in Nederland gekomen?
We hadden geen keuze vanwege de oorlog die we tegen de Indonesiërs hadden gevoerd; we waren nu de vijand. We gingen mee met een militaire boot met een burgerbemanning. Het was geen fijne reis, maar het was de enige optie die we hadden. In september 1950 zijn we naar Nederland vertrokken, en uiteindelijk kwamen we in Katwijk aan. Daar kwamen we terecht in een ‘contractpension’, maar we stonden ook op de wachtlijst voor een woning. Uiteindelijk zijn we in Haarlem beland, en in 1952 kregen we een huis in Amsterdam. Daar heb ik gestudeerd, en daar heb ik gewerkt en ben ik ook getrouwd.’

Heeft u iets van racisme meegemaakt toen u in Nederland kwam?
‘Nee, niet echt. Ik merkte wel dat de mensen in aparte groepen leefden. Er was een algemene voetbalclub, een christelijke en een katholieke club, dat gold ook voor de kaartclub en de breiclub: het heet verzuiling. Dat was nieuw voor mij.’

Bent u gelovig?
‘Ik was Nederlands Hervormd. Ik ben gedoopt en aangenomen (dan verklaar je zelf dat je tot de kerk behoort). Mijn man was niet gelovig en daarom gingen we bijna nooit naar de kerk. Een kerk is net als een club: als je het daar niet meer leuk vindt en je komt er niet meer, dan moet je eruit gaan, vind ik. Dat heb ik gedaan. Ik noem mijzelf nog steeds een christen en ik vind dat iedereen zich mag noemen wat hij of zij wil.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892