‘In het Surinaamse oerwoud zijn geen regels, hier wel’
Youssef en Jerneycio vertellen het verhaal van Irving Gill
Amsterdam Nieuw-West
Youssef en Jerneycio interviewen Irving Gill boven in de sportkantine van ROC TOP Eendracht in Amsterdam Nieuw-West. Het is een mooie ontmoeting. De jongens vragen hem het hemd van het lijf. Ze zijn vooral benieuwd naar wat voor werk hij deed, wat zijn dromen waren en of die zijn uitgekomen. Natuurlijk vraagt meneer Gill ook naar de dromen van de jongens.
Hoe was uw jeugd in Suriname?
‘Mijn jeugd was heel leuk omdat ik altijd mensen om me heen had. Ik kom uit een heel groot hecht gezin. We waren met vijftien kinderen, acht jongens en zeven meisjes en ik was een van de jongsten. Ik heb zo geleerd om met veel mensen om te gaan. Thuis heerste gezag en discipline. We woonden in een huis met drie etages, groot genoeg voor iedereen. Mijn moeder zorgde voor het huishouden en mijn vader was koetsier. Hij bestuurde de koets waarin dan bijvoorbeeld de gouverneur zat of andere hoge pieten. Wij hebben geleerd om altijd hard te werken: ik was 13 toen ik begon met werken. Op mijn 26e ging ik naar Nederland.’
Wat vond u het grootste verschil in cultuur tussen Suriname en hier?
‘In Suriname was je vrij, daar moest je alles zelf doen. Maar hier, hier was alles voor je geregeld, dus je moet je aan regels houden. Het is niet altijd zo dat die regels in jouw straatje passen. Ik moest vooral leren dingen los te laten. Wat ik voorheen allemaal in Suriname kon doen, kon hier in Nederland niet. Kijk, ik werkte in Suriname als landmeter en dan vooral in het oerwoud. Daar woont niemand, daar is alleen maar bos of bergen. Daar zijn niet veel regels. Ik moest in Nederland vooral leren hoe het hier allemaal ging.’
Wat vindt u er nu van dat u in Suriname op school vooral les kreeg uit Nederlandse boeken?
‘Ik wist meer van Nederland dan dat ik van Suriname wist. Ik vond dat toen jammer maar ik heb daar later ook van geprofiteerd. Toen ik naar Nederland kwam wist ik precies waar alle kaasboerderijen en molens waren. Die dingen had ik geleerd, maar ik wist alleen niet wat een molen was, ik had er nog nooit een gezien. Als ik met Nederlandse mensen praatte, bleken die vaak helemaal niet al die dingen te weten die ik wel wist over Nederland.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.