‘In drie maanden haalde mijn vader 300.000 gulden op voor het verzet’


Elynn, Kian, Kiki en Baturalva vertellen het verhaal van Gemma de Haan
Weert

Elynn, Kian en Baturalva van De Kameleon in Weert interviewen op school Gemma de Haan. Kiki maakt intussen foto’s van het interview. Mevrouw De Haan vertelt trots over haar vader, Isaac de Haan, een Joodse man die tijdens de Tweede Wereldoorlog moest onderduiken én in het verzet terechtkwam. Hij leefde onder de schuilnaam, Wilm van de Wal, en verhuisde vaak om te overleven. Haar vader verloor veel familieleden in de oorlog. Zijn verleden heeft haar ook gevormd, zegt mevrouw De Haan.

Kunt u ons vertellen over uw vader?
‘Toen mijn vader tijdens de oorlog een oproep kreeg om naar een werkkamp te gaan, zei hij: ‘Ik ga niet. Ze willen ons niet laten werken, ze willen ons doden.’ Hij had gelijk. Mijn vader ging het verzet in en hielp veel mensen. Hij hielp Joodse gezinnen onderduiken, redde geallieerde piloten die waren neergestort en hielp mensen die ondergedoken zaten. Hij durfde zelfs met een vals persoonsbewijs met Duitse soldaten te praten alsof er niets aan de hand was.

Mijn vader zei altijd: ‘Als ik bang ben, red ik niemand’. Ik ben heel trots op hem, want hij bleef anderen helpen, ook al was dat supergevaarlijk.’

Kunt u nog wat meer vertellen over wat u vader deed in het verzet?
‘Mijn vader haalde geld op voor het verzet, zodat ze eten, spullen en onderduikplekken konden regelen. Dat deed hij heel slim. Hij kreeg grote Duitse biljetten mee die eigenlijk niks meer waard waren, maar er stond wel een uniek nummer op. Als iemand 1000 gulden of meer gaf, dat was destijds heel veel, dan gaf mijn vader zo’n biljet terug als bewijs. Het nummer werd naar Engeland gestuurd en daar hielden ze alles bij. Na de oorlog kregen die mensen hun geld terug.

In slechts drie maanden haalde mijn vader 300.000 gulden op. Dat zijn nu miljoenen. Zo hielp hij mee om levens te redden. Hij deed het niet voor zichzelf, maar voor anderen.’

Zijn er ook familieleden van u vermoord tijdens de oorlog?
‘Mijn oom, de broer van mijn vader, had acht kinderen. Ze waren heel arm. Op een dag kwamen de Duitsers het huis binnen en namen bijna het hele gezin mee. Alleen één kind overleefde het omdat het toevallig bij de buren aan het spelen was. De rest werd vermoord. Dat vind ik nog steeds heel heftig.

Mijn vader had vóór de oorlog al een vrouw en twee kinderen. Hij voelde dat het gevaarlijk werd voor Joden. Daarom liet hij zijn kinderen apart onderduiken, bij verschillende gezinnen.
Toen hij na de oorlog zijn zoontje kwam ophalen, herkende dat jongetje hem niet eens meer. Hij noemde de onderduikouders ‘papa en mama’. Mijn vader heeft hem toen eigenlijk een beetje moeten ‘ontvoeren’ omdat een kind van vijf niet zomaar meegaat met een vreemde. Die verhalen laten zien hoe ingewikkeld en verdrietig het allemaal was.’

Wat vind u het ergste dat er is gebeurd tijdens de oorlog?
‘Het feit dat zo’n hele familie uit elkaar gerukt wordt, dat er niemand meer is. Als ik die lijst zie van al mijn neefjes en nichtjes die vermoord zijn, kindjes van een jaar, mijn opa… Ik vind het erg dat mensen tegen elkaar werden opgezet. Dat er geen tolerantie was. Dat mensen het maar gewoon vonden dat er werd gemoord. En dat later werd ontkend dat het gebeurd was.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892