‘In de straat was een NSB-er die zelfs zijn eigen moeder had verraden’


Chaima, Anissa en Cathy vertellen het verhaal van Stien de Koning-Trok
Van Hallstraat 80Staatsliedenbuurt

Stien de Koning-Trok (80) is drie jaar wanneer de oorlog uitbreekt. Zo jong maakte de oorlog een grote indruk op haar en daarom weet ze nog veel. In haar warme huis vertelt ze op 30 mei 2017 aan Chaima, Anissa en Cathy van de Boomgaardschool hoe ze de oorlog heeft ervaren.

Ben u tijdens de oorlog bang geweest?
O ja, het was soms erg eng. Zeker als de vliegtuigen overvlogen. Je moest het hele huis donker maken, verduisteren heet dat. Als het luchtalarm afging konden we nergens heen, we hadden geen schuilkelder. We zaten onder de trap of onder de tafel. Als de vliegtuigen zacht zoemden, waren het Engelsen en dan wisten we dat het schieten zou beginnen. Was het een grommend vliegtuig, dan waren het meestal Duitsers. Vlakbij in de Van Bossestraat is een bom gevallen. Wij moesten toen naar mijn tante in Amsterdam-Oost lopen, totdat die bom onschadelijk was gemaakt.

Heeft u honger gehad?
Er was in de Hongerwinter niks te eten en mijn vader werd ziek, hij kreeg TBC en is in het laatste jaar van de oorlog overleden. Twee broers werkten in Duitsland, we hadden geen plek om onder te duiken en dat durfden ze ook niet. Een andere broer heeft in kamp Vught gezeten, hij is daaruit ontsnapt en heeft daarna ondergedoken gezeten bij boeren. Na de oorlog zijn ze alle drie naar huis komen lopen. We waren in die laatste winter dus met tien mensen in huis. We hebben tulpenbollen gegeten en koekjes gemaakt van geraspte suikerbiet, daar kreeg je keelpijn van. Onze buurman ging helemaal naar Sint Pancras lopen, in de buurt van Alkmaar, om daar voor ons spullen te ruilen voor eten, een mooie ketting of een klok. De boeren daar zijn er heel rijk van geworden en wij hadden bijvoorbeeld niet eens echte schoenen. We liepen op stukken hout die we met riempjes aan onze voeten deden.

Wat vond u van de NSB?
Verschrikkelijk! In de straat was een NSB-er die zelfs zijn eigen moeder had verraden, zo gehersenspoeld was hij. Mijn buurmeisje ging met een Duitse soldaat, dat mocht ze niet, dus haar ouders sloten haar op, maar dan klom ze met aan elkaar geknoopte lakens uit het raam. Maar niet alle Duitsers waren slecht, sommige van die soldaten moesten ook gewoon. Een ander buurmeisje werd na de oorlog kaalgeschoren. Er werd met menie een hakenkruis op haar hoofd getekend en ze werd verderop in de straat op de piesbak gezet. Jonge jongens haalden de meisjes die met Duitsers waren gegaan met de handkar op. Een van mijn buurvrouwen was met een Duitser getrouwd en toen ze haar kwamen halen, dreigde ze kokend water over de jongens heen te gooien. Ze is toen over de zolder gevlucht.

Fotografie: Shirley Brandeis

Hoe heeft u de bevrijding ervaren?
Ik weet nog heel goed dat de Engelsen met hun tanks door de straat reden en chocola en sigaretten uitdeelden. We dansten op straat en iedereen was vrolijk. Mijn buurvrouw had enorm verdriet, zij had vier kinderen in de oorlog verloren, waaronder het meisje dat altijd uit het raam klom. Ik zal nooit vergeten hoe kostbaar onze vrijheid is!

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892