‘In de oorlog gelden andere regels’


Marlies, Liselot, Stine, Lianne vertellen het verhaal van Edy van Sijp
Kattenburg, Amsterdam

Marlies, Liselot, Stine en Lianne van de Vosserschool en de Prinses Margrietschool op West-Terschelling gaan bij mevrouw Edy van Sijp op bezoek om een interview af te nemen. Mevrouw Van Sijp was 3 jaar toen de oorlog begon. Ze woonde toen in Amsterdam op Kattenburg. Mevrouw Van Sijp woont nu al zo lang op West-Terschelling, dat ze de ouders van de kinderen ook kent.

Wat heeft veel indruk op u gemaakt tijdens de oorlog?
Razzia’s in Amsterdam, waarbij Joden werden opgehaald. En dat het zo koud was in huis.’
‘Omdat het op Kattenburg, waar wij woonden, gevaarlijk was vanwege de nabijgelegen marinebasis, gingen mijn zusje en ik naar familie op Terschelling met de beurtvaarder schipper Bosch.’
‘Er liep een spoorweg vlakbij ons huis in Amsterdam en er viel soms steenkool van de trein. Dat konden wij thuis goed gebruiken! We aten gort, gekookt in water en van suikerbieten werd stroop gemaakt. Mijn vader zat ondergedoken in de dakkapel. Als we uit school kwamen, moesten we bonnetjes plakken. Alles was op de bon. Het ondergrondse verzet stal bonnetjes. In samenwerking met de bakker en de groenteboer konden ze dan ondergedoken mensen van voedsel voorzien. Er kwam een keer een mevrouw met veel te veel bonnen in de kruidenierswinkel. Mijn vader zei toen: ‘Mevrouw, u hebt Joden in huis!’ Dat was heel gevaarlijk en de vrouw schrok. Mijn vader heeft de bonnen ingenomen en herverdeeld onder de bakker en de groenteboer, zodat het niet zou opvallen. Ik heb nog een foto van mijn moeder die bonnen plakt.’
Een heel enkele keer stak mijn vader een sigarettenvloeitje in brand en dan zei hij terwijl het brandde: ‘Zoals Berlijn’. Op die vloeitjes was hij zuinig, dus dat deed hij niet vaak. Zo diep zat de haat, dat hij hoopte dat Berlijn helemaal zou platbranden.’

Hoe was het om Duitsers te ontmoeten?
Een heel bijzondere ontmoeting was met een jonge Duitser van 18 jaar, die in de kruidenierswinkel kwam. Hij werd gezocht door de Sicherheitsdienst. Die jongen hebben we verstopt in een grote sodabak, die achter de toonbank stond. Daar was hij in elk geval tijdelijk veilig. Een andere keer had mijn zusje haar bril laten vallen, toen ze uit het raam hing. Het was na zes uur en ik werd als jongste naar buiten gestuurd om de bril op te rapen, terwijl je eigenlijk na zes uur niet meer buiten mocht komen. Dat werd gezien door een Duitse soldaat die net langsliep. Hij zei dat ik niet buiten mocht komen, maar ik kreeg wel een reep chocola!’

Mooiste herinnering aan de oorlog?
De bevrijding! Het was feest en je was vrij. Verder was men in de oorlog heel vindingrijk. Van een leren tas en een stuk hout werden bijvoorbeeld schoenen gemaakt.

Heeft u een dagboek bijgehouden?
Er was geen pen en geen papier. Er was ook geen kleding. Bij de onderburen hadden ze een zaak in kleding, sokken en ondergoed. Tijdens de oorlog was alles er weggehaald en de onderburen waren vertrokken. Na de oorlog bleek er achter een luikje op de vliering nog van alles te liggen! Het luikje was te klein voor een volwassene, maar ik kon er wel door en heb alles weggehaald. Toen had de hele buurt weer nieuwe kleren! Eigenlijk is dat diefstal, maar in de oorlog gelden andere regels.’

Hoe was de reis naar Terschelling?
We zaten met meer kinderen in het ruim van de boot. Het was benauwd en we kregen luizen. Je miste je ouders, maar er was wel eten. In Amsterdam was vaak luchtalarm en dan hadden we geen les. In 1948 zijn we als gezin vanaf Kattenburg naar Terschelling vertrokken. Vooral mijn vader werd door alle Kattenburgers uitgewuifd. Hij kreeg applaus voor wat hij in de oorlog heeft gedaan.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892