‘Ik werd verraden en in de gevangenis gezet’


Ruwayda, Khadija, Xavi’Yenzo vertellen het verhaal van Lous Steenhuis-Hoepelman
LinnaeusstraatAmsterdam-Noord

Lous Steenhuis-Hoepelman leest aan Ruwayda, Khadija en Xavi’Yenzo van basisschool de Zeven Zeeën in Amsterdam-Noord een sprookje voor over een kleine prinses. Het sprookje gaat over een klein meisje dat moederziel alleen is. Al snel wordt het duidelijk dat het geen gewoon sprookje is, maar een gruwelijk verhaal. Het gaat over mevrouw Steenhuis zelf, waarin verteld wordt dat ze bij de groep ‘Unbekannte Kinder’ hoort: kinderen die in de oorlog zijn verraden, werden opgesloten en vanuit een gevangenis in een trein naar concentratiekampen zijn gebracht.

Heeft u de kinderen nog gezien die bij de groep Unbekannte Kinder hoorden?
‘Ja die zie ik regelmatig. Er is iemand geweest die de 49 kinderen heeft opgespoord. In allerlei landen: België, Mexico, Israël, Zweden, Nederland…In Nederland is een hele grote reünie geweest toen we allemaal zo rond de 50 jaar waren. Nog steeds komen we een keer per jaar bij elkaar, om te vieren dat we leven op 13 september. Dat was de datum dat we uit Westerbork weggingen, in die vreselijke trein. We zaten toen in veewagens waar niet eens een wc was.’

Is het fijn om elkaar weer te zien?
‘Ja, het is altijd bijzonder dat we kunnen vieren dat we het allemaal overleefd hebben, behalve dan een baby die de reis vanuit Westerbork niet heeft gehaald.Tijdens een van die bijeenkomsten vertelde een man wie dat baby’tje was. Hij pakte bij een ceremonie de microfoon en zei hij dat hij iets wilde vertellen. Hij vertelde dat het baby’tje dat overleden was zijn zusje was, terwijl de tranen over zijn wangen rolden. Harriette heette ze en hij had dat nog nooit aan iemand verteld. Hij heeft daar nooit eerder over gesproken omdat het te erg was. Zij zijn net als ik verraden en opgepakt en meegenomen. De buurvrouw heeft ze eerst ergens ondergebracht en is daarna naar de politie gegaan om ze te verraden.’

Hoe komt het dat u als kind bent verraden?
‘Mijn ouders wisten al snel dat ze moesten onderduiken. Ze vertrouwden Hitler voor geen meter. Ik was nog heel klein. Ze hadden besloten om uit elkaar te gaan omdat dat veiliger was. Ik ging alleen naar mijn oom en tante in Amsterdam, mijn moeder naar Haarlem en mijn vader bleef in Amsterdam. Mijn oom was Joods, maar mijn tante niet. Dat was betrekkelijk ongevaarlijk omdat het een gemengd huwelijk was. In 1944 werd het voor de gemengde huwelijken ook gevaarlijk en moest ik weer naar een ander gezin. Daar was een ander Joods meisje dat op een dag werd verraden. Toen heeft zij gezegd dat er nog een Joods meisje zat ondergedoken. Zo werd ik ook verraden en in de gevangenis gezet. En daar zat ik helemaal alleen. Mijn vader was intussen ook verraden en op weg naar het politiebureau is hij nog beschoten. Vanuit de gevangenis is hij via Westerbork naar Auschwitz gebracht en meteen vermoord. Hij heeft uit de trein nog een briefje gegooid en dat heeft mijn moeder ontvangen. Heel bijzonder, want er stond geen adres op.’

Mist u uw vader?
‘Ik heb hem nooit gekend en ik weet niet beter. Ik vind het natuurlijk heel erg wat er gebeurd is en ik begrijp niet dat mensen zo afschuwelijk kunnen zijn. Mijn moeder is na de oorlog met een andere man getrouwd en ik ben heel liefdevol opgevoed. Hij was eerst oom Hans, maar later ben ik hem gewoon ‘papa’ gaan noemen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892