‘Ik weet zelfs welke Duitse duikboot zijn schip heeft getorpedeerd’


Yusra, Dewi, Jany, Noor vertellen het verhaal van Martha  Fosch
Zaandam

Gelukkig zijn Yusra, Dewi, Jany en Noor een soort van vriendinnen en mogen zij samen Martha Fosch interviewen in een spreekkamer op Basisschool Het Zaanplein. Dewi is wel een beetje zenuwachtig,  want ze kan haar vragenlijstje nergens meer vinden. Voor mevrouw Fosch is het ook de eerste keer dat ze geïnterviewd wordt. Ze vinden haar een superlieve vrouw en alles komt snel goed.

Hoe oud was u tijdens de oorlog?
‘Ik ben in 1942 geboren dus ik weet er zelf niet zoveel van. In Suriname werd zelf niet gevochten hoor, maar Suriname was natuurlijk een kolonie van Nederland. Dus toen de Duitsers Nederland bezetten merkten we dat wel in Suriname. Ikzelf niet want ik was nog maar een baby’tje, maar mijn moeder wel. Er was een schaarste aan alles, er kwamen geen producten en goederen meer uit Nederland. Die werden altijd met schepen vervoerd van Nederland naar Suriname, maar die schepen werden tijdens de oorlog steeds gebombardeerd, dus dat stopte. Er was daardoor veel armoede in Suriname. Veel kleine kindjes die toen geboren werden stierven, maar mijn moeder en de familie heeft goed voor mij gezorgd, dus ik had geluk.’

Wat weet u over uw vader?
‘Ik heb dus de verhalen gehoord via mijn moeder en mijn oma, omdat ik nog te klein was. Suriname heeft veel bauxiet, dat is een grondstof waarmee je aluminium kan maken. En van aluminium kan je weer vliegtuigen maken, omdat het zo’n licht metaal is. Die bauxiet werd vervoerd met schepen naar Engeland of Amerika en mijn vader werkte op één van die vrachtschepen. De Duitse bezetters wilden dat transport verhinderen en torpedeerden de schepen. Met duikboten wachtten ze hen op. Na gebombardeerd te worden zonk zo’n schip met de hele bemanning erop en al zijn lading. Dat is wat er is gebeurd met mijn vader. Hij heeft me wel twee keer gezien. Vaak kwam hij even aan land en ging dan weer weg. Ik ben in 1942 in mei geboren en het schip waarop mijn vader de laatste keer werkte, is in juli 1942 getorpedeerd. Ik was toen zes weken oud.
De mensen praatten er vroeger niet over. Het was een nare tijd. Matrozen moesten zichzelf verdedigen terwijl ze daar helemaal niet voor opgeleid waren. Ze maakten vreselijke dingen mee. Mijn vader is heel jong gestorven hij was nog maar 23 jaar. Maar andere mannen die het wel overleefd hadden en terug waren gekomen, die spraken er niet over. Pas de laatste jaren beginnen ze er over te vertellen.’

Was het moeilijk voor u toen u hoorde dat u vader was overleden?
‘Ja, ik zag het verdriet om me heen bij mijn oma. Hij was haar enige zoon. Hij was alles voor haar. En voor mijn moeder was het haar eerste liefde. Ze woonde tegenover elkaar en werden verliefd. Ze zijn nooit getrouwd ze kreeg tijdens de oorlog een baby. En waarom ik het zo naar vond is omdat hij nooit is gevonden, er was geen graf.. Mijn moeder is een jaar na het overlijden van mijn vader getrouwd met een andere man. Daarom heb ik nog twee stiefzusjes en een stiefbroer. Maar zij hadden een vader en dat had ik niet, dat vond ik altijd heel naar. Ik had altijd een stiefvader. Ik noemde hem wel gewoon ‘papa ‘hoor. Hij heeft goed voor mij gezorgd. Hij leeft trouwens nog steeds en hij is nu 101!
Ik ben later toen ik ouder was, alles zelf gaan uitzoeken over mijn vader. Op welk schip zat hij precies, wanneer was dat dan, ik weet zelfs welke Duitse duikboot zijn schip heeft getorpedeerd. Toen ik in Nederland kwam, kreeg ik te horen dat er een monument was in Amsterdam. Dat hangt in de Kompaszaal, in Loods 6 aan de KNSM-laan. Op dat scheepvaartmonument staan veel namen van Surinaamse zeelieden die op koopvaardijschepen tijdens de Tweede wereldoorlog zijn omgekomen. Mijn vader’s naam staat daar ook bij. Mijn grootmoeder heeft ook een koninklijke onderscheiding gekregen na zijn dood; dat is wel heel bijzonder.

Ikzelf heb twee dochters en één zoon gekregen. Hij is een nakomertje en ik heb hem vernoemd naar mijn biologische vader. Ieder jaar gaan we naar de herdenking op 4 mei voor de Kroonvaarders in de Kompaszaal.’

Heeft u nog een wijze les?
‘Ten eerste; accepteer jezelf zoals je bent, je mag er zijn. Je bent heel veel waard zoals je bent!Ten tweede; grijp vooral de kans om te leren, je hoeft niet een hele hoge functie te krijgen maar blijf lezen en jezelf ontwikkelen en schroom niet om te vragen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892