‘Ik weet nog dat al die Molukse moeders leerden fietsen’


Klara, Luca, Remke vertellen het verhaal van Magda Altena-Kambong
Deventer

Magda Altena (1949) heeft bij de Molukse vereniging Masohi over het project gehoord en wil graag haar verhaal vertellen. Gastvrij ontvangt ze Klara, Luca en Remke van het Ettye Hillesum Lyceum/Corberic uit Deventer. Op de tafel staat al lekkers klaar, spekkoek, marmercake en mergpijpjes.

Kunt u iets vertellen over uw achtergrond  en de reis naar Nederland?
‘Mijn naam is Magda Altena-Kambong. Ik heb een Manadonese vader en een Molukse moeder. Ik ben geboren in 1949 in Tjimahi in Indonesië. Toen ik anderhalf jaar oud was, maakte ik met mijn ouders de reis naar Nederland. Ik kan mij niets meer herinneren van die overtocht met de Asturias. Volgens mijn moeder was ik heel bijdehand. Op een dag was ze me aan het zoeken op het schip, bang dat ik overboord was geslagen. Uiteindelijk vond ze me helemaal beneden bij de Engelse matrozen. Die hadden mij op een ton gezet waar ik op danste, in ruil voor een stukje spek.’

Waar woonde u met uw familie na aankomst?
‘We zijn met het schip in Amsterdam aangekomen. Zijn daarna na vele omzwervingen (Ederveen, Teuge, Vaassen, Nijverdal) in Deventer terechtgekomen, de plek waar mijn ouders voor altijd zouden blijven. Van het kamp in Teuge herinner ik me nog onze zolderkamer. Je mocht op het hele terrein spelen. Ik weet nog dat al die Molukse moeders leerden fietsen. Wij, als kleintjes, renden er dan achteraan, zodat ze niet omkiepten. Daar kregen we dan tien cent voor. Op zomerse avonden zat iedereen buiten op het gras of voor de deur en dan speelden we ‘Kin’, zoals wij Bingo noemen. En de cijfers werden gezongen. Dat is me bijgebleven uit mijn jeugd: die gezelligheid.’

Moesten jullie erg wennen aan het nieuwe leven?
‘In de zomervakanties werden we als kinderen vaak opgehaald met bussen. Ik ging dan naar een gastgezin in Den Haag. Nu denk ik: heeft het eten me toen wel gesmaakt? Het was de eerste keer dat ik Hollandse pot at. Onze ouders hadden veel meegemaakt, maar wij kinderen maakten gewoon plezier. Je speelt met elkaar, je gaat naar school. Op het kamp hoefde je nergens bang voor te zijn, want iedereen let op iedereen. Je hebt alle vrijheid. De zorgen en het verdriet, dat dragen de ouderen. Mijn vader heeft in een Jappenkamp gezeten, is daar heel zwaar mishandeld en had niet verwacht dat hij er levend uit zou komen.’

Speelde het verleden nog een grote rol in de opvoeding?
Mijn ouders vertelden niet veel over ons thuisland: hebben geleerd om hun emoties voor zich te houden. Ik ben de oudste van tien kinderen. Mijn vader zei altijd: ‘Ik heb de oorlog goed doorstaan: Ik wil mijn vijf zoons en vijf dochters er niet mee belasten.’ Toen mijn broertjes gingen puberen, zei hij wel: ‘de straffen die jullie van mij krijgen zijn lang niet zo erg als wat de Japanners ons aan hebben aangedaan. Hij kon zich wel veel makkelijker aanpassen hier dan mijn moeder en deed leuke dingen. Kwam dan zó enthousiast terug na een optreden van Gert en Hermien en ging ook op z’n brommer naar de TT in Assen. Vol verhalen kwam hij dan terug, waar ik enorm om moest lachen.Mijn moeder was ooit ziek van heimwee, kwam soms weken haar bed niet uit. Dan moest ik voor mijn broertjes zorgen. De dominee kwam vaak langs om voor haar te bidden. Ze verlangde terug naar de Molukken, maar bleef in Nederland voor haar kinderen. We hebben haar in Jakarta begraven. Als kind besef je dat niet, maar nu ik ouder ben weet ik dat ze heeft heel veel heeft moeten laten voor ons.’

Waar voelt u zich het meeste thuis?
‘Mijn moeder komt uit de Molukken, maar had ook Arabisch bloed. Mijn vader is Manadonees, maar had ook Chinees bloed. Ik kom dus voort uit een gemend huwelijk. Waar ik mij thuis voel? Dat is misschien een raar antwoord, maar ik zou het liefst in Israël wonen. Dat kan helaas niet, omdat ik geen Joods bloed heb. Als ik met het vliegtuig in Tel Aviv aankom, moet ik huilen. Alsof ik al die tijd heimwee had en weer thuiskom. Mijn vader voelde zich thuis in Nederland, mijn moeder in Indonesië. Voor mij voelt Israël als mijn thuisland.’

 

 

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892