‘Ik was vreselijk bang dat hij zou zien dat Kareltjes haar geverfd was’


Keano, Jorrit en Kris vertellen het verhaal van Iet Schoorl
Halderbrinkweg 25, Bennekom

Keano, Jorrit en Kris van de H.J. Piekschool kennen de weg in Wageningen goed en rijden zo naar het huis van Iet Schoorl. Het is een prachtig huis op de begane grond, met uitzicht op een magnolia en het Torckpark. “In mijn jeugd zouden we nu door een dik pak sneeuw lopen en schaatsen,” begint mevrouw Schoorl het gesprek.

Waar woonde u in de oorlog?
‘Ik ben geboren en opgegroeid in Wageningen. Ik heb hier altijd gewoond, maar niet tijdens de oorlog. Toen huurden mijn ouders een huis in Bennekom. Mijn vader had een laboratorium waar veel Joodse mensen ondergedoken hebben gezeten. Ik vond het erg gezellig dat er onderduikers waren. Na schooltijd ging ik altijd even langs. Ze stelden me dan vragen over school. Ze hadden natuurlijk veel tijd en vonden het ook leuk dat wij kinderen daar langskwamen. Ik kom uit een groot gezin en mijn ouders waren altijd erg druk; met het fruitbedrijf en met het verzamelen van voedsel voor zoveel mensen. Mijn ouders hebben in de oorlog vijftig mensen gered. Daar ben ik heel trots op, maar ik heb er ook trauma’s van. Het was allemaal zo verschrikkelijk. Niet iedereen overleefde het natuurlijk. Ik denk momenteel vaak aan twee Joodse jongens, Ben en Joost. Die zijn opgepakt en vermoord. Ik heb ze nooit meer gezien. Ook mijn vader is opgepakt en gevangengezet, omdat hij Joodse mensen verborgen hield. Een spannend moment was die keer dat we op de fiets onderweg waren naar een schuilplaats. Er was een Joods jongetje bij ons, Kareltje. Zijn haar was geblondeerd, zodat hij er niet Joods uitzag. Onderweg kwamen we een Duitser tegen die een arm om Kareltje sloeg. Hij was vriendelijk, maar ik was vreselijk bang dat hij zou zien dat Kareltjes haar geverfd was.’

Hadden jullie een auto in die tijd?
‘Mijn ouders hadden een auto voor de oorlog, een Oostenrijkse Steyr. Mijn grootvader had er zelfs twee! Dat was erg bijzonder in die tijd. Mijn grootvader is in de oorlog gestorven en na de oorlog mochten wij zijn auto hebben. Dat was een Ford V8. Ik herinner me nog dat we na de Bevrijding de verjaardagen van mij en mijn zusje hebben gevierd. We mochten toen met al onze vriendinnetjes in Wageningen naar de bioscoop. We reden er met de Ford V8 naartoe. We zaten met z’n tienen in en op de auto, dat was een feest!’

Ging u tijdens de oorlog naar school?
‘Ja. Ik heb vroeger ook op de Piekschool gezeten. Ik zat bij meneer Koenders in de klas en herinner me hoofdmeester Piek nog goed. Hij stond altijd zo rechtop. Mijn zoon heeft later ook op de Piekschool gezeten en ook ooit een werkstuk over de oorlog gemaakt. Hier is het, de voedselbonnen zitten erin. Afgelopen jaar heb ik op 17 september in Wageningen een toespraak gehouden. Er kwam een nieuw monument voor de slachtoffers van het bombardement op de wijk Sahara, op 17 september 1944. Het was een bom van de geallieerden die op een Duits doelwit gericht was, maar op de woonwijk terecht kwam. Dat was vorig jaar precies 75 jaar geleden. Op mijn toespraak ben ik wel trots, dat ik daar stond als een dame. Ik was geen verlegen meisje meer.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892