‘Ik was niet van plan om naar Nederland te gaan’


Farah, Madelien, Yassir en Louay vertellen het verhaal van Irving Gill
SurinameAmsterdam-Oost

Farah, Madelien, Yassir en Louay ontvangen op hun school, de Lidwinaschool in Amsterdam-Oost, Irving Gill. Ze stellen zich aan hem voor, bieden hem iets te drinken aan en stellen hun eerste vraag.

Mogen we vragen hoe oud u bent en hoe uw leven er in Suriname uitzag?
‘Ik ben bijna 83 jaar geleden in Suriname geboren in de hoofdstad Paramaribo. Ons gezin was erg groot: ik had zeven broers en zeven zusjes. Mijn vader was een Engelsman, hij kwam van Barbados. Mijn overgrootvader was Schots. Mijn ouders leerden elkaar in Suriname kennen.

Onze vader moest echt heel hard werken om iedereen te eten te kunnen geven. En mijn moeder moest ook erg hard werken om iedereen schoon en gevoed te krijgen. Helaas is zij op vrij jonge leeftijd overleden.

Wij gingen allemaal naar school. We hadden zestien vakken en zaten van 8 uur tot 13.00 uur in de banken. Verder leefden we vooral buiten. Dat kan goed in Suriname, want het is daar lekker warm. We speelden enorm veel met de bal en verder met alles wat je vond. Ik had altijd aanspraak en was nooit alleen.’

Waar woonde u in Suriname?
‘We woonden in een soort dorp. Daar waren we niet het enige gezin, er woonden veel meer families. We werden goed in de gaten gehouden. Iedereen was best wel streng. Maar het was wel de mooiste tijd van mijn leven. Je had saamhorigheid, het leek wel of we één grote familie waren. Je hielp elkaar waar nodig.

Het dorp was eigenlijk een vroegere plantage. Of ik iets van de slavernij heb meegekregen? Nou, eigenlijk niet. Er werd thuis niet over gesproken. Ik wist natuurlijk wel dat Suriname een gemengde bevolking heeft: de indianen als oorspronkelijke bewoners en dan de slaven die uit Afrika waren gehaald en later ook de Chinezen, Hindoestanen en Javanen. Maar ik heb van de slavernij weinig meegekregen, alleen van horen zeggen.’

En toen ging u naar Nederland. Waarom en hoe was dat?
‘Ik was niet van plan om naar Nederland te gaan. Ik werkte bij de marine en had het best naar mijn zin. Maar collega’s haalden me over om toch te gaan. Ik moest mijn horizon verbreden.

Dus stapte ik op het vliegtuig naar Amsterdam. Een vriend ving me op in Amsterdam-Noord en ik heb me snel aan Nederland aangepast. Gelukkig werd ik ook snel geaccepteerd. Ik zeg altijd: dit ben ik en dat ben jij. Als het klikt is het goed, zo niet loop je door.

Ik vond het wel ontzettend koud hier. Daar moest ik aan wennen. Toen ik voor het eerst sneeuw zag, dacht ik dat er katoen door de lucht vloog. De vlokjes leken op katoen. Het was droge sneeuw en ik kon het zo oppakken. Ik vond het prachtig en keek mijn ogen uit, totdat mijn baas zei dat ik maar weer eens aan het werk moest gaan.

Ik ben hier getrouwd en heb kinderen. Ik probeer mensen te helpen met het vinden van de weg om hun zaakjes voor elkaar te krijgen. Dat vind ik mooi werk.’

Zijn er verschillen tussen Nederland en Suriname?
‘Ja, natuurlijk. Suriname is al vijf keer zo groot als Nederland. En het klimaat is erg verschillend. Hier heb je seizoenen en in Suriname is er of regen of zon. Jammer was dat onze diploma’s in Nederland niet telden. Dus ik heb hard moeten werken.

Ik ben een aantal keren terug geweest in Suriname, dat was fijn, maar ik mis het toch niet. Ik vind dat je niet op twee paarden moet wedden. Je ben hier, of je bent daar. Niet half-half. Een mens moet zelfstandig keuzes maken: ik vergelijk het wel eens met een stoplicht. De meeste mensen zijn blij met groen en minder blij met rood. Ik word blij van oranje. Daar moet je nadenken en beslissen wat je gaat doen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892