‘Ik was bang dat de kogels verkeerd terecht zouden komen’


Renske, Justus en Lucas vertellen het verhaal van Mart Groentjes
Snaarmanslaan 76, Alkmaar

Vlakbij het huis waar de nu 82-jarige Mart Groentjes woonde, was een huis waar Duitse soldaten verbleven, ook gewonde. Toen hij een keer langsliep, riep een van hen: “Kom rein!” Wat hij toen deed, vertelt meneer Groentjes aan Renske, Justus en Lucas van de 1e Montessorischool in Alkmaar En ook over zijn oom Ben, die een mooi houten treintje voor hem maakte.

Hoe was de oorlog voor u als kind?
‘Ik vond het heel angstig. Vaak begreep ik niet wat er gebeurde. Het enige dat ik wel begreep, was dat de Duitsers hier niet hoorden. Ik vond het allemaal erg benauwend. We woonden in Alkmaar en gingen vaak naar familie in Bergen. Onder andere naar mijn oom Ben, die allerlei houten dingen maakte. Toen ik jarig was kreeg ik van hem een houten treintje; een soort Bello stoomtram, zoals die vroeger tussen Alkmaar en Bergen reed. Er was in de oorlog geen speelgoed dus daar was ik heel blij mee! Maar met oom Ben is het slecht afgelopen.’

Wat is er met hem gebeurd?
‘Hij luisterde met zijn vriend naar een zelf ontworpen radio in een schuurtje achter zijn huis. Hij ontving daar een Engelse zender, wat streng verboden was. Een keer luisterde hij net naar de radio toen er een soldaat binnenkwam. Snel verstopte hij de radio onder een zak. Die keer ging het nog goed. Maar een week later was er weer een inval en was hij de klos. Hij werd naar een gevangenis in Alkmaar gebracht en daarna naar Amsterdam. Vanuit daar lukte het hem te ontsnappen en terug te gaan naar Bergen. Iemand heeft hem toen verraden waarna hij opnieuw werd opgepakt. Dit keer werd hij naar kamp Vught gestuurd. In die periode heeft hij zijn herinneringen op de onderkant van een wit tafeltje in zijn cel getekend, zodat niemand het zou zien. Aan het einde van de oorlog, toen de Amerikanen en Engelsen steeds dichterbij Vught kwamen en de Duitsers bang werden, hebben ze alle gevangenen in Vught doodgeschoten, waaronder mijn oom Ben. Het tafeltje is na de oorlog gevonden en bij onze familie gebracht!’

Wat merkte u zelf van de oorlog, van Duitse soldaten?
‘Wij woonden vlakbij het station en hoorden en zagen veel beschietingen op de treinen die munitie vervoerden. Het vervoer ging over een ijzeren brug en de kogels ketsten daarop af. Er was geen radar in die tijd, dus de vliegeniers konden niet precies richten. Ik was wel bang dat de kogels verkeerd terecht zouden komen. Veel indruk op mij maakte een vliegtuig dat was geraakt, brandend over ons huis vloog en neerstortte aan de andere kant van het kanaal. We zijn toen gaan kijken naar de brokstukken.
Aan de Stationsweg, vlakbij ons, was een huis vol Duitsers en daar was een soldaat die Fritz heette. Als we daar langsliepen, riep hij: “Kom, kom rein!” We keken door de deur naar binnen en we zagen allemaal Duitsers in uniform. Dat vonden we eng. Ook zagen we dat gewonde soldaten uit de treinen die werden beschoten daar naar binnen werden gebracht. We liepen snel door. Op een dag kwam er een soldaat bij ons langs. Ik herinner me dat hij op onvriendelijke toon tegen mijn moeder zei dat ze geschut op ons dak wilden plaatsen. Wij hadden een plat dak en woonden vlakbij het station waar de treinen langsreden. Mijn moeder zei dat dat niet kon. Dat het geschut te zwaar was en door het dak zou zakken. Dat was heel krachtig van mijn moeder; ze hebben het geschut dan ook niet geplaatst.
En nog een herinnering: toen ik vijf was plaste ik een keer tegen een bunker bij ons in de straat. Een Duitse soldaat zag dat en kwam kwaad naar me toe. Ik zette het snel op een lopen.’

           

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892