‘Ik vroeg mijn vader of ik alsjeblieft van school af mocht en dat mocht’


Hayrunnisa, Amin, Imran en Naya vertellen het verhaal van Carmen Rosendaal
Indonesië

Hayrunnisa, Amin, Imran en Naya van basisschool De Schelp in Eindhoven worden hartelijk ontvangen door Carmen en Henk Rosendaal. De deur staat al voor open als ze op de negende verdieping aankomen, ze hebben er een mooi uitzicht over Eindhoven. De kinderen krijgen wat te drinken en een koekje. De 79-jarige mevrouw Rosendaal is geboren in Palembang in Indonesië. Als peuter kwam ze al even naar Nederland, daarna woonde ze tien jaar in Suriname, en op haar dertiende kwam ze terug naar Nederland. Samen met haar man heeft ze later nog in veel andere landen gewoond. Ze voelt zich rijk doordat ze zoveel van de wereld in zich draagt. Voor de kleinkinderen zijn ze weer terug naar Nederland gekomen.

Wat is uw mooiste herinnering?
‘Ik heb goede herinneringen aan mijn vader. Hij las gedichten voor, liet ons naar muziek luisteren, hij was altijd met ons bezig als hij tijd had. Hij was heel erg van de etiquette, hoe alles hoorde. Ik vond dat maar niks, maar heb er later toch wel veel plezier van gehad. Ik kon goed leren maar had er niet zoveel zin in. Tot mijn vader zei: ‘Straks kun je alleen maar keistenen eten want ons geld is van mama en mij. Je zal het zelf moeten verdienen.’ Toen ben ik wel beter mijn best gaan doen op school.’

Waarom vond u het niet leuk op de meisjesschool?
‘Ik was niet zo meisjesachtig als kind. Spelen met jongens vond ik veel leuker. Ik was een meisje dat op daken klom en in bomen. Daar kreeg ik dan ook vaak straf voor. Ik had niks met de onderwerpen waar de meisjes over wilden praten, zoals welke corsage ze hadden gekregen of naar welk bal ze waren geweest. Ik heb mijn vader gevraagd of ik alsjeblieft van school af mocht en dat mocht gelukkig van hem.’

Wat betekent ‘trouwen met de handschoen’?
Het heet officieel ‘trouwen per volmacht’. Mijn vader was in militaire dienst in Indonesië en mijn moeder woonde nog in Nederland. Ze wilden graag trouwen zodat zij ook naar Indonesië kon komen. Ze mocht pas gaan van haar ouders als ze getrouwd was, maar mijn vader kon daar niet weg. Toen heeft een broer van mijn moeder gedaan alsof hij mijn vader was en zijn ze getrouwd. Daar had mijn vader voor getekend. Daarna mocht mijn moeder naar Indonesië en zijn ze samen gaan wonen. ‘

Heeft u zelf ook in een kamp gezeten?
‘Ja, maar ik was toen nog een baby, ik weet daar zelf niks meer van. Mijn moeder en oudste broers hebben in een interneringskamp van de Japanners gezeten. Toen die oorlog voorbij was, kwam er wat rust en waren mijn ouders weer samen en werd ik geboren. Al vrij snel daarna begon de Bersiap-periode waardoor ze nu in een kamp van de Indonesiërs werden vast gehouden. Het was een grote villa in een villawijk omgeven door prikkeldraad. Nu werden ze juist door de Japanners beschermd. De twee oudste broers van mijn moeder overleden in het kamp. Haar vader heeft toen van Nederland geëist dat ze als gezin terug naar Nederland gehaald zouden worden en dat is gebeurd.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892