‘Ik vraag me soms af waar ik dood wil gaan’
Melle, Rajiv, Talha, Evan vertellen het verhaal van Colleen Armstrong
Brits-GuianaAmsterdam-Zuidoost
Melle, Rajiv, Talha, Evan uit groep 7A van OBS Wereldwijs in Amsterdam Zuidoost ontmoeten mevrouw Colleen Armstrong op hun eigen school in een piepklein kamertje. Mevrouw Armstrong heeft een mooi geborduurde kaart van Brits-Guiana bij zich, want daar komt ze vandaan. Op de kaart laat ze zien waar ze heeft gewoond en hoe ze later naar Suriname was gereisd.
Hoe oud was u toen u naar Nederland bent gekomen?
‘In Nederland ben ik gekomen toen ik 33 jaar was. Waar ik ben geboren, in Brits-Guiana, praten ze Engels, want Brits-Guiana was vroeger van de Engelsen. Ze hebben daar de mensen uit West-Afrika naartoe gebracht, dat noemen ze de Creolen, die kwamen daar om te werken als slaaf en later zijn er de contractarbeiders uit India gekomen, dat noemen ze de Hindoestanen. Mijn moeder is Hindoestaans en mijn vader is Creools en Indiaan, dus ik ben gemixt.’
Vond u het moeilijk om in Nederland te gaan wonen?
‘Nee, ik vond het moeilijker om van Brits-Guiana naar Suriname te gaan. Voor ik naar Nederland kwam, ging ik naar Suriname. Ik was 14 jaar toen ik naar Suriname ging. Suriname had een andere taal en cultuur, dus ik moest daar wel aan wennen. Om daar te komen moest ik een dag reizen en daarna een grote rivier oversteken. Dat was een hele spannende tijd voor mij, want ik was ook nog heel jong. In Suriname ben ik met een Nederlander getrouwd, met hem ging ik naar Nederland. Dus ik ben hier voor de liefde gekomen. Toen was ik heel happy en ik kon een nieuw leven opbouwen. Ik heb hier drie kinderen gekregen. Ze zijn naar school gegaan en naar de universiteit, dus daar ben ik trots op. Waar ik wel aan moest wennen, is dat alles zo snel gaat hier.’
Heeft u broers of zussen?
‘Ja, ik heb negen broers en zussen. We woonden op het platteland, dat was leuk en we hadden het goed. We gingen daar naar de lagere school, we hadden een fijn leven met veel buiten spelen. We konden niet doorstuderen, er was alleen een lagere school, dat was wel een probleem. Mijn broers en zussen wonen nu allemaal nog in Brits-Guiana, waar ik ben geboren. Ik ben de enige, die weg is gegaan. Ik ben ook later nooit naar een universiteit gegaan, maar ik heb wel veel geleerd, gewoon door mijn hoofd te gebruiken.’
Waarom bent u weggegaan?
‘Ik had een droom. Ik had foto’s gezien van sneeuw en daar wilde ik in spelen. Ik wilde gewoon weg van het platteland en een beetje avontuur hebben. Toen ben ik eerst naar de stad gegaan. Een nicht van mij woonde in Suriname, toen ben ik van de stad naar haar in Suriname gegaan. Ik moest over de rivier met een boot, zo ben ik naar Suriname gekomen.’
Bent u nog wel eens teruggeweest naar Brits-Guiana?
‘Ik ben pas weer teruggegaan. Ik ben nu net twee maanden terug in Nederland. Ik was blij om mijn broers en zussen weer te zien, maar ik voel me anders dan hen. In Nederland ben ik gewend om vrij te zeggen wat ik wil, maar daar zijn ze dat niet gewend. Ik vond het soms wel moeilijk om met ze om te gaan na al die jaren. Maar het was wel fijn om ze allemaal weer te zien. Ik was daar met kerst en toen aten we Pepperpot, dat is een typisch kerstgerecht van Brits-Guyana. Dat zijn verschillende soorten vlees met een saus gemaakt van cassave. Het is oorspronkelijk een gerecht van de Indianen. En er zit natuurlijk een beetje peper in. Maar de Hollandse stamppot vind ik ook lekker.’
‘Toch denk ik erover om terug te gaan naar mijn land, mijn jongens zijn nu groot, ze zijn het huis uit en ik ben alleen. Dus ik vraag me soms af waar ik dood wil gaan. En dan is het antwoord ‘thuis’. En mijn thuis is daar in Guiana. Dus het kan zijn dat ik over een paar jaren terugga.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.