‘Ik vond dat Suriname werd uitgebuit’


Atilla, Joshey, Nélida, Jaylin vertellen het verhaal van Cynthia Pools
SurinameAmsterdam-Zuidoost

Atilla, Joshey, Nélida en Jaylin uit groep 7B van OBS Wereldwijs in Amsterdam-Zuidoost mogen op school mevrouw Cynthia Pools interviewen. Dat is bijzonder want mevrouw Pools is de schoonmoeder van de juf! Ze laat vergeelde foto’s van vroeger zien en ze heeft een kunstwerkje van bauxiet meegenomen. Het is een vis gemaakt in het dorp Moengo, waar mevrouw Pools is geboren.

Wat is uw geboorteland?
‘Ik ben geboren in Suriname. In het dorpje Moengo in het Marowijne district. Dat dorpje werd gebouwd speciaal voor de werknemers, die bauxiet gingen ontginnen. Het is eigenlijk een bauxietstadje. En wat is bauxiet? In Suriname vonden ze in het begin van de twingtigste eeuw een mineraal in de grond en dat heet bauxiet. Daar maken ze aluminium van. Aluminium wordt veel gebruikt in de vliegtuigindustrie bijvoorbeeld, maar ook in de bouw en transportindustrie. Mijn vader werkte bij SURALCO, de Surinaamse Aluminium Company, het bedrijf dat van bauxiet aluminium maakt. En daar groeide ik op. We hadden een heel groot erf met kippen en ganzen. Allerlei dieren, want dat vond mijn vader leuk. Ik groeide op in een gezin met acht kinderen. Ik was de vijfde. Mijn moeder kon heel goed koken en bakken. Haar ouders hadden een bakkerij in Moengo. Ze verkochten daar broden en gebakjes. Als je een heel groot gezin hebt met acht kinderen, dan is brood kopen eigenlijk best duur. Dus mijn moeder leerde ons al heel snel hoe je brood moest bakken. Wij bakten iedere zaterdag zelf onze broden.’

Waarom ging u naar Nederland.
‘Toen ik 17 jaar was, had ik mijn middelbareschooldiploma gehaald. Ik kreeg als cadeau van mijn ouders een ticket om op vakantie te gaan naar Nederland. Samen met mijn moeder en nog een zusje, kwamen wij in 1977 naar Nederland. Mijn broer woonde daar al. Ik ben niet meer teruggegaan. Ik ben hier gebleven.’

Waarom bent u niet teruggegaan?
‘Ik wilde eigenlijk een economische studie gaan doen in Suriname. Ik had daarvoor al een beurs aangevraagd en ook al gekregen. Het was dus helemaal niet de bedoeling dat ik zou blijven. Maar ik was best wel kritisch over de Surinaamse regering. Ik zag bijvoorbeeld dat andere landen veel profiteerden van alle grondstoffen, die Suriname bezat en rijke mensen steeds rijker werden en arme mensen steeds armer. Ik vond dat Suriname werd uitgebuit. Daarom wilde ik econoom worden. Ik besprak dat ook met mijn broer. En toen zei hij: ‘Als je het beter wil begrijpen, kun je beter in Nederland gaan studeren en daarna teruggaan naar Suriname.’

Weet je nog wat u dacht toen u Nederland voor het eerst zag?
‘Het is heel gek, want ik kwam hier in augustus. Dan is het eigenlijk best wel warm. Maar ik vond het hier koud. In Suriname was het warmer. En alles was grijzig herinner ik me. Maar het spannende begon pas op het moment, dat we werden opgehaald door mijn broer. We reden met de auto vanaf Schiphol naar zijn huis in Amsterdam. En toen dacht ik: ‘Wat zijn er veel huizen en wat staan die huizen allemaal dicht op elkaar.’ In Suriname was ik gewend aan veel ruimte om me heen. Grote erven, noemen ze dat in Suriname. En nu stapten we binnen bij mijn broer en we gingen trappen op. Onder je woonde iemand en boven je woonde ook nog iemand. Dat vond ik eigenlijk wel een beetje raar.’

 Wat is nou typisch Suriname?
‘In Suriname was het zo dat als jij een vriendin of een nichtje of neefje hebt die het moeilijk heeft, dat je ouders dan zeggen: ’Laat die maar bij ons komen wonen’. Ik had daardoor heel vaak naast mijn broers en zussen, ook nog een neef of een nichtje of iemand, die helemaal geen familie was bij ons wonen. Dus zo kwam het dat wij niet met de acht kinderen, maar soms wel met tien kinderen waren. Sommigen zijn heel lang bij ons gebleven, wel jaren.’

Waar voelt u zich het meest thuis?
‘Toch in Nederland. Op sommige momenten wou ik dat ik in Suriname was. Bijvoorbeeld met de jaarwisseling. Dat wordt daar altijd heel groot gevierd. Sinds ik hier woon, ben ik er twee keer geweest met oud en nieuw. En de reden waarom ik niet vaak kan gaan is, omdat ik ook een juf ben, maar dan op de middelbare school. En dat betekent dat ik in december, net als jullie, maar twee weken vakantie heb. En in december zijn die tickets naar Suriname heel duur.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892