‘Ik rende erachteraan en iedereen was zo blij’


Imre, Madelief, Anna vertellen het verhaal van Sietske van Loo
Leeuwarden

Imre, Madelief en Anna van Openbare Basischool Hunnighouwersgat in Midsland lopen via de tuin met een groot kippenhok bij mevrouw Sietske van Loo naar binnen in haar gezellige huisje in Formerum Zuid. Mevrouw Van Loo was 4 jaar in de oorlog en vond het spannend. Tijdens de oorlog woonde ze in Friesland.

Begreep u wat er aan de hand was toen het oorlog werd?
‘Ik begreep het niet zo goed maar ik mocht niet praten met de Duitsers. Als de Duitsers mij iets vroegen zei ik alleen maar: ‘Vatti is in Deutschland’. Vader zat verstopt boven in de slaapkamer achter een schotje met een slotje aan de binnenkant. Daar zat hij dan samen met twee buurmannen. De mannen mochten niet hoesten en niet de slappe lach krijgen. Als de Duitsers hen zouden ontdekken zouden ze naar Duitsland moeten om te werken en dat wilden ze niet.’
‘Mij werd verteld dat er in Duitsland mensen wonen die ons land willen hebben en dat we moesten doen wat ze zeiden. Alle gordijnen waren in de avond dicht om maar geen lichtjes zichtbaar te hebben. Op die manier herkenden de vliegtuigen steden en dat wilden de Duitsers natuurlijk niet.’

Heeft u ook andere herinneringen aan de oorlog?
‘Rondom de stad Leeuwarden waar wij woonden, waren wachtposten waar ze stiekem langsgingen om melk te halen bij de boer die vijf kilometer buiten Leeuwarden woonde.’
‘Ik herinner me de luchtalarmen nog heel goed en als ik nu het luchtalarm hoor, de eerste maandag van de maand, dan moet ik wel aan de oorlog denken.’
‘Ik speelde met eigengemaakt speelgoed en deed mijn poes in de poppenwagen, omdat ik geen pop had om erin te doen. Verder speelde ik vaak buiten, slootjespringen, touwtjespringen.’

Wat gebeurde er bij de bevrijding?
‘Bij de bevrijding haalden mijn ouders de Nederlandse vlag van een geheime plek en wierpen de vlag over hun schouders en renden naar de hoofdweg. Ik rende erachteraan en iedereen was zo blij. Na de bevrijding ging ik weer naar school, maar dat was gek. Er misten kinderen en iedere keer moesten we naar een ander gebouw.’

‘Ik wil graag over de oorlog vertellen omdat ik niet snap waarom er ruzie is. Waarom is er een de baas? Als je jong bent en ruzie maakt, moet je met elkaar praten en uitleggen en er het beste van maken. Ook moet je niet blijven haten. Als je land in oorlog is, mag je best boos zijn. Daarna moet je stoppen met haten.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892